EU verbiedt invoer producten die bijdragen aan ontbossing

Ontbossing is een belangrijke oorzaak voor biodiversiteitsverlies en klimaatverandering. Tussen 1990 en 2020 is al 420 miljoen hectare bos verloren gegaan, een oppervlakte groter dan de Europese Unie. Als eerste in de wereld, heeft de EU nu een verordening die wereldwijde ontbossing probeert aan te pakken. Deze verordening zal de Europese voetafdruk op de natuur aanzienlijk verminderen. Het wetsvoorstel stamt uit november 2021, kort na de Klimaatconferentie van Glasgow 2020 (COP26), waarin wereldleiders beloofden om tegen 2030 een einde te maken aan wereldwijde ontbossing.  

Europa’s bijdrage aan ontbossing 

De Europese Unie is een van ’s werelds grootste importeurs van producten die gelinkt zijn aan tropische ontbossing. Soja, waarvan Nederland een grote importeur is, wordt bijvoorbeeld gebruikt in veevoer. Ook palmolie wordt veel geïmporteerd als belangrijke grondstof in veel producten. Voor de productie van palmolie vindt grootschalige ontbossing plaats in Zuidoost-Azië en andere tropische gebieden. Ook voor mijnbouw wordt veel bos gekapt, evenals voor de productie van papier.  Op de lijst met relevante importproducten staan verder bijvoorbeeld cacao, koffie, rundvlees en rubber en afgeleide producten zoals leer, chocolade en meubels.  

Bedrijven in de EU die producten importeren moeten binnenkort kunnen aantonen dat er geen tropische bossen voor gekapt zijn. Ze moeten precies laten zien waar de producten vandaan komen, zodat kan worden gecontroleerd of de productie volgens de regels is.

Minpunten van de wet 

Helaas beschermt de wet alleen tegen ontbossing van tropische bossen, terwijl andere beboste gebieden niet onder de wet vallen. Over een jaar wordt gekeken of de wet ook moet gelden voor andere beboste gebieden.  

Daarnaast is er een gebrek aan een duidelijke erkenning van mensenrechten, met name van de inheemse en lokale gemeenschappen, die niet voldoende worden beschermd in de wet.