Nieuws

Evaluatie ontheffingsprocedure gebruik biologische bestrijders

Bron foto: Malika Turhanova (iStock)
Samenvatting
  • Onderwerp
    Biologische bestrijders
  • Interessant voor
    Akkerbouwers en tuinders
Bekijk de bronnen
Voor de inzet van biologische bestrijders in de land- en tuinbouw moeten producenten in sommige gevallen een ontheffing aanvragen. Uit een evaluatie blijkt dat aanvragen van deze ontheffing eenvoudiger wordt door meer communicatie over de ontheffing en aanpassingen in de wetgeving.

In de land- en tuinbouw is de inzet van natuurlijke vijanden één van de manieren van gewasbescherming tegen ziekten, plagen en onkruiden. Vooral in de glastuinbouw wordt veel gebruik gemaakt van natuurlijke vijanden.

Maar het uitzetten van dieren is verboden, volgens de Wet Natuurbescherming. Om biologische bestrijding in de land- en tuinbouw toch mogelijk te maken, zijn er vrijstellingen op de Wet Natuurbescherming. Op deze vrijstellingslijst staan diverse diersoorten die wél uitgezet mogen worden, zodat zij hun werk als natuurlijke vijand kunnen doen.

Als een biologische bestrijder niet is opgenomen op de vrijstellingslijst, moet voor de inzet van deze soort een ontheffing aangevraagd worden via RVO. Deze ontheffing is nu geëvalueerd.

Ontheffing nuttig

Aanvragers zien het nut van de ontheffing in. Zij hebben begrip voor de extra check, omdat ongecontroleerd uitzetten van natuurlijke vijanden negatieve effecten kan hebben mens, dier en omgeving. Het doen van een herhalingsaanvraag na vijf jaar vinden diverse respondenten minder nuttig, vooral bij veelgebruikte biologische bestrijders.

Geïnterviewden geven aan dat zij verwachten dat ook in de toekomst de ontheffing nodig blijft, omdat de inzet van biologische bestrijders nog steeds toeneemt. Ook is de verwachting dat nieuwe ziekten, plagen en onkruiden zullen opduiken door klimaatverandering, waardoor ook nieuwe natuurlijke vijanden nodig zijn.

Onbekend en onduidelijk

Aanvragers van de ontheffing ervaren de procedure zelf over het algemeen als duidelijk en overzichtelijk. Maar de ontheffing is niet bij alle producenten van biologische bestrijders bekend. Ook is het niet bij alle geïnterviewden bekend dat een ontheffing maar vijf jaar geldig is.

Voor aanvragende bedrijven is het soms onduidelijk waarom er voor de ene soort wel een ontheffing nodig is en voor de andere niet. Dit geldt zeker voor herhaalde ontheffingsaanvragen. Waarom kan een soort waarvoor al meerdere keren een ontheffing is aangevraagd, niet op de vrijstellingslijst komen?

Doelmatigheid procedure

Het valt de onderzoekers op dat er bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kleine teams zijn die zich bezig houden met de ontheffing. Dit geldt ook voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), die de uiteindelijke beoordeling doen. De teams bestaan uit één of twee personen. Dit geeft vaak een efficiënte procedure, maar kan ook een risico zijn. Respondenten hebben meegemaakt dat uitval van een teamlid leidt tot lange vertraging van de beoordelingsperiode.

Aanvragers zijn op de hoogte dat de behandelingsperiode 13 weken duurt. Deze periode wordt als wisselend ervaren. Vooral de producenten die snel de markt op willen, vinden de behandeling van de aanvraag lang duren.

Aanbevelingen: communicatie en vereenvoudiging wet- en regelgeving

Het rapport geeft meerdere adviezen om de werking van de ontheffing te verbeteren. Deze vallen uiteen in twee categorieën: communicatie en wet- en regelgeving. Een algemene opmerking is dat de RVO en NVWA beter kunnen zorgen voor voldoende capaciteit om aanvragen te beoordelen.

Op het gebied van communicatie kan het volgende beter:

  1. Meer bekendheid van de ontheffing bij producenten van natuurlijke vijanden.
  2. Meer en heldere informatie over de ontheffing.
  3. Zorg voor een centraal aanspreekpunt bij RVO.
  4. Een meer eenvoudige aanvraag, waarbij alle formulieren ook in het Engels beschikbaar zijn voor buitenlandse producenten.

Aanbevelingen in de wet- en regelgeving zijn de volgende:

  1. Ga na of de ontheffingsperiode van vijf jaar nodig blijft.
  2. Maak het mogelijk om de vrijstellingslijst regelmatig uit te breiden.
  3. Plaats ook bestuivers op de vrijstellingslijst en maak het mogelijk om voor bestuivers een ontheffing aan te vragen.

Bronnen

(1)