Evaluatie pilot gemeenschappelijk landbouwbeleid Winterswijk
Het Ministerie van EL&I selecteerde in 2010 vier gebieden om pilotprojecten uit te voeren in het kader van de hervorming van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). In de pilots werd geoefend met het uitvoeren van agrarisch natuurbeheer en andere maatschappelijke diensten in collectief verband. De Stichting Waardevol Cultuurlandschap Winterswijk was een van de pilots. In het rapport ‘Sturingskracht van een collectief’ van Plant Research International van Wageningen UR worden de ervaringen en resultaten beschreven die in de jaren 2011-2013 in deze pilot zijn behaald.
Animo
De deelnemers in Winterswijk konden kiezen uit zo’n twintig verschillende diensten, met een nadruk op Instandhouding kleinschalig landschap en Biodiversiteit, Waterkwaliteit en Openstelling van de bedrijven. In het algemeen bleek dat de animo om mee te doen aan deze ‘passieve diensten’ veel groter was dan de deelname aan actieve diensten, waarbij de ondernemer het beheer van de percelen moest aanpassen. De vele deelnemers, maar vooral ook de vele en diverse diensten, veroorzaakten veel bestuurlijke en administratieve drukte om alles goed van de grond te krijgen, concludeert het rapport. Daarbij was het elk jaar opnieuw moeten afsluiten van de diensten, voordat het voorgaande jaar qua beheer en financieel was afgerond, ‘slecht’ voor de voortgang.
Inspirerend
Desondanks is de Stichting WCL Winterswijk er volgens de rapporteurs als collectief in geslaagd grote interesse te wekken bij agrarische ondernemers om mee te doen aan de pilot. Ze heeft de organisatie van de pilot professioneel en met enthousiasme opgezet. ‘Het is een inspirerend voorbeeldproject geworden waarbij op grote schaal door agrarische bedrijven voedselproductie gecombineerd werd met andere functies zoals landschapsonderhoud.’ Bij meer routinematig werken (bijvoorbeeld door het maken van afspraken voor meerdere jaren) en sturen op hoofdlijnen zou de uitvoering nog efficiënter kunnen. ‘Als ook de regelgeving wat beter op elkaar kan worden afgestemd, kunnen er meer maatwerkoplossingen worden geboden en kan er beter worden ingespeeld op de specifieke situatie van het bedrijf en de omringende natuur en het landschap.’
Vrees
Hoewel het rapport positief oordeelt over de pilot, zien de samenstellers ook donkere wolken: ‘De recente voorstellen voor implementatie van GLB 2014-2020 en de derogatie in combinatie met het einde van de melkquotering doen vrezen dat de groei van de melkveestapel en het verhogen van het aandeel grasland tot minimaal 80% op de meeste melkveebedrijven zal leiden tot een nog verdere dominantie van grasland en maïsland, waarbij er nagenoeg geen fysieke ruimte meer overblijft voor graan en akkerfaunaranden.’
Foto: Thinkstock