Export Belgische meerwaardekip 'niet evident'
Dit is te lezen in het rapport Potentieel voor Vlaamse meerwaardevleeskippen, met een blik op Nederland en Duitsland, opgesteld in opdracht van het Vlaamse Departement Landbouw en Visserij. Meerwaardevleeskippen, meldt Management & Techniek in een artikel over het rapport, zijn kippen die aan hogere dan de gangbare of wettelijke productievoorwaarden voldoen.
Concurrentie en marge
De blik op Nederland leert dat het tussensegment 'toch nadrukkelijker aan bod komt in de schappen van de supermarkt'. Zo concurreert de 'standaardkip' met vooral op dierenwelzijn georiënteerde labels. Dat houdt echter ook in dat de Belgische kip zal moeten concurreren met deze labels. En het binnenraken bij de distributie is een uitdaging. Deze heeft de reputatie 'om steeds sterker te knabbelen aan de marge door leveranciers tegen elkaar uit te spelen'.
Advies is te focussen op ketenorganisatie en afstemming binnen de keten. Zoals For Farmers Hendrix: keten voor biologische vleeskippen met productiebedrijven in Wallonië in principe bestemd voor Albert Heijn en opgezet vanuit Nederland.
Duitsland
In de buurlanden Frankrijk en Duitsland spelen weer andere issues. Zo is het aandeel meerwaardevleeskippen in Duitsland weliswaar erg beperkt, hetgeen mogelijkheden biedt, maar dit beperkte marktaandeel heeft een reden. Duitse consumenten hebben vooral de reputatie graag een stevige hoeveelheid op het bord te krijgen tegen een niet te hoge prijs. En de trend díé gaande is ten aanzien van meerwaardevlees richt zich vooral op regionale ketens. Met traceerbaarheid en veiligheid als heel belangrijke thema’s.
België
Van het toekomstpotentieel voor de interne markt worden weinig spectaculaire ontwikkelingen verwacht. De vraag naar meerwaardekippen lijkt zich te stabiliseren. Momenteel worden wekelijks zo'n 90.000 van deze kippen geslacht (dat is ook voor export), zeg 2% van het totale aantal slachtingen van in België geproduceerde vleeskippen. Het productiepotentieel is 95.000 en op middellange zo'n 120.000 stuks per week. Met 4 m2 uitloop per biologische vleeskip is er voor een bedrijf met maximum drie stallen van 4.800 dieren al snel 6 hectare nodig. 'Deze grondgebondenheid is wellicht ook de hoofdoorzaak van het beperkte toekomstpotentieel voor biovleeskippen in Vlaanderen'.
Kansen worden vooral gezien in het zo goed mogelijk commercialiseren van de door de consument als minderwaardig beoordeelde delen van het dier. 'In de toekomst wordt dit aspect essentieel om de rendabiliteit van de hele keten te kunnen borgen.'
(Bron foto: Thinkstock)