Fosfaatreductie door rekening te houden met fosforbehoefte melkvee
De gehaltes aan fosfor in melk variëren sterk per koe. Zo blijkt uit een onderzoek bij 2000 holsteinvaarzen dat de gehaltes variëren van 750 tot 1350 milligram per kilo melk. Tot nut toe werd er bij berekeningen vanuit gegaan een kilo melk 970 milligram fosfor bevat. De werkelijkheid is dus anders. Bij 90% van de onderzochte koeien ligt het aandeel fosfor tussen de 860 en 1200 milligram per kilo.
Infraroodtechnologie
Zou een koe in een lactatie 9000 kilo melk produceren, dan betekent dat verschillen tussen koeien wel 3 kilo fosfor per lactatie kunnen bedragen. Het is daarom zinvol het fosforgehalte in melk te meten en daar rekening mee te houden. Uit onderzoek van de leerstoelgroep Fokkerij & Genetica van Wageningen University & Research blijkt dat je fosforgehaltes kunt meten met een infraroodtechnologie. Vakblad Veeteelt schrijft erover in het artikel 'Finetunen op fosforbehoefte'.
Reductie fosfaatproductie
Uit onderzoek van de student Ibrahim Jibrila blijkt dat je bij de melkcontrole het individuele fosforgehalte met infraroodanalyse relatief eenvoudig en betrouwbaar kunt meten. Zo krijg je een inschatting van de werkelijke bedrijfsspecifieke fosfaatproductie van een koppel koeien.
Om tekorten te voorkomen wordt de fosforgift in het voer nu afgestemd op koeien met de hoogste behoefte. In de praktijk wordt gemiddeld 130 tot 150% van de fosforbehoefte gevoerd waardoor de fosfaatproductie hoger is dan nodig zou zijn. Zou je echt rekening houden met de fosforbehoefte van iedere koe, dan kun je de fosfaatproductie flink terugbrengen, is het idee. Je kunt een 17% efficiëntere benutting van fosfaat realiseren, zo is te lezen in het artikel.
(Bron foto: Shuttestock)