Glastuinbouw op zoek naar duurzamere substraten
Regio
Nederland
Onderwerp
Alternatieven voor veengebruik in potgrond
Interessant voor
Glastuinbouw
In de glasgroenteteelt is steenwol al jaren een veelgebruikt teeltmedium. Maar de productie van steenwol kost veel energie en er komt ammoniak bij vrij. Daarnaast is steenwol moeilijk te recyclen. Bij andere teelten is potgrond een populair substraat, maar het gebruik van veen als grondstof voor potgrond staat onder druk. De ontginning van veengebieden leidt namelijk tot het vrijkomen van CO2. Vakblad Onder Glas besteedt in een recente uitgave volop aandacht aan de zoektocht naar circulaire grondstoffen.
Sectorbreed convenant
Het veengebruik in potgrond moet minder, staat in een motie die vorig jaar door de Tweede Kamer werd aangenomen. De motie stelt dat potgrond voor consumenten veenvrij moet worden en dat er plannen moeten komen voor het afbouwen van veengebruik in de tuinbouw.
De sector reageert op deze motie met een breed gedragen convenant vanuit de hele keten. Half november is dit convenant door 15 partijen ondertekend. “Grootschalige veenwinning heeft impact op natuur en milieu. Daar zijn we als branche niet blind voor”, stelt Arthur van den Berg van Glastuinbouw Nederland, één van de ondertekenaars van het convenant.
2050 als eindpunt
Het convenant kent een voorlopig eindpunt in 2050, het is de bedoeling dat de sector dan geen veen en fossiele grondstoffen meer gebruikt. Van den Berg over deze einddatum: “Substraatproducenten en telers hebben tijd nodig om nieuwe grondstoffen en substraten in te passen.”
In het convenant is ook de eerder gemaakte sectorafspraak voor 2025 opgenomen. De sector wil dat over 3 jaar minimaal 35% van het veen in potgrond is vervangen door circulaire grondstoffen.
praktijkervaring
Potplantenkwekerij Apartus in Poeldijk is al stevig op weg naar het verminderen van het veengebruik in potgrond. Het bedrijf werkt zo duurzaam mogelijk en wil daarom zoveel mogelijk veen vervangen. In nauwe samenwerking met hun potgrondleverancier Kekkilä-BVB ligt het percentage van niet-veen grondstoffen in de verschillende mengsels tussen 13% en 65%.
Het verminderen van het veen in de potgrond ging niet vanzelf. Het heeft tijd nodig, omdat andere grondstoffen zoals kokos, perliet en houtvezel vragen om een andere manier van bemesten en water geven. Richard Bremmer van Kekkilä-BVB: “Van veen weten we alles. Over de nieuwe grondstoffen moeten we nog veel bijleren.” Kekkilä-BVB geeft daarom ook trainingen aan telers over het werken met nieuwe potgrondmengsels.
Kritisch kijken naar alternatieven
De zoektocht naar alternatieve grondstoffen moet volgens Marco van Zevenhoven van het Kenniscentrum voor substraten RHP kritisch plaatsvinden. Van Zevenhoven is operationeel directeur bij RHP en zegt hierover: “Alternatieve grondstoffen zijn niet per se duurzamer. Iedere grondstof heeft wel een krasje. We zullen iedere grondstof langs een milieumeetlat moeten leggen.”
Van Zevenhoven vindt de Life Cycle Analysis van Growing Media Europe daarvoor een geschikt instrument.
Om telers en hun klanten meer duidelijkheid te bieden, zouden ook verschillende keurmerken beter op elkaar afgestemd moeten worden, vindt Van Zevenhoven. “Dit zit echter nog in de beginfase.”
Elk alternatief kent voors en tegens
In het vakblad Onder Glas bespreken twee onderzoekers van WUR (Wageningen University and Research) mogelijke alternatieve substraten voor de glasgroenteteelt. Ook zij zien voor- en nadelen op het gebied van duurzaamheid en teeltwijze. Zo wordt kokos in de glasgroenteteelt tegenwoordig wereldwijd het meest gebruikt, maar ook dat heeft een negatieve impact op het milieu: het komt van ver.
Naast kokos zijn houtvezelmatten, schuimmatten, perliet en water mogelijke duurzame opties. Deze substraten vragen wel om aanpassingen in de teeltwijze ten opzichte van de teelt op steenwol, waar dat bij kokos niet het geval is.
Onderzoeker Chris Blok (plantenvoeding en wortelmedia) ziet ook kansen voor mengsels: “Dat is in de potplanten al heel gewoon.” Het voordeel van het gebruik van mengsels is dat een dergelijk product op maat gemaakt kan worden, passend bij het gewas en de teeltfase. Nadeel is dat megsels vaak minder makkelijk te recyclen zijn dan enkelvoudige afvalstoffen.
Goede resultaten bij aardbeien en tomaten
In een onderzoek van het Vlaamse onderzoekcentrum ILVO zijn goede resultaten geboekt met het gebruik van mengsels als substraat. In de tomatenteelt gaf een mengsel van kokos, houtvezel, groencompost en schors dezelfde opbrengst als bij de teelt op steenwol. Ook in de aardbeienteelt zijn gelijkwaardige opbrengsten genoteerd bij het gebruik van een mengsel met minder veen en kokos. Deze grondstoffen werden vervangen door houtvezel en groencompost.
In het onderzoek werden ook nieuwe substraten biochar en chitine getest. Biochar wordt gewonnen uit hout en riet en is daarmee een circulaire grondstof. Chitine is afkomstig uit het pantser van schaaldieren. Deze beide alternatieven lijken ook gunstig voor de weerbaarheid van het gewas tegen ziekten.
Matricaria op water
In de zoektocht naar alternatieven experimenteert snijbloementeler Gertjan Knol met de matricariateelt op water, samen met onderzoekscentrum Vertify. Het is vallen en opstaan, want telen op water vraagt een andere verzorging van het gewas en substraat dan de teelt op potgrond. Ondanks de tijd die het vraagt om te komen tot een mooi gewas, zien zowel Knol als onderzoeker Matthijs Blind van Vertify mogelijkheden. Blind: “We zien er potentie in. We hebben op onze onderzoekslocatie een mooi gewas staan als het gaat om matricaria. We moeten het nu gaan uitrollen op praktijkschaal.”