Nieuws

Grote inkomensverschillen tussen sectoren in 2021

Trekker graanveld
Bron foto: angel217, Shutterstock
Samenvatting
  • Onderwerp
    Inkomen 2021
  • Interessant voor
    Agrariërs
Bekijk de bronnen
De inkomsten van de landbouwsector zijn afgelopen jaar met 1% gestegen. Tussen de sectoren zijn de inkomensverschillen ieder jaar groot. De gestegen prijzen van voer en energie drukken de inkomens.

Het gemiddelde prijsniveau van landbouwproducten in 2021 verschilt sterk van het niveau in 2020. Deze verschillen hangen samen met de productieomstandigheden en internationale marktontwikkelingen. De laatste twee jaar kwam daar het effect van de coronapandemie bij. 

Akkerbouwers hebben over het algemeen een goed jaar achter de rug. Pluimveehouders en varkenshouders kampten met een daling van hun inkomen. Glastuinders profiteerden van een toenemende vraag in deze sector. Het inkomen van melkveehouders steeg iets door de hogere melkprijs.

Hogere afzetprijzen

Uit een eerste raming van het CBS en Wageningen Economic Reasearch is te lezen dat in 2021 de inkomsten met 1% gestegen zijn ten opzichte van 2020. De dierlijke productie (volume) nam met 3 procent af, de gemiddelde afzetprijs steeg met 3,5 procent. De waarde van de productie bleef daardoor op hetzelfde niveau als in 2020.

De productie (volume) van de plantaardige sector steeg in 2021 met bijna 2,5 procent. Daarnaast namen de gemiddelde afzetprijzen van plantaardige producten toe met 8,5 procent. Hierdoor steeg de productiewaarde tot 15,5 miljard euro.

De landbouwinkomsten dalen met 2,6 procent als rekening gehouden wordt met inflatie en de groei van het arbeidsvolume. Ook staan de marges onder druk vanwege gestegen prijzen van voer, energie en kunstmest. De prijzen voor gas en elektriciteit stegen met bijna 40 procent. De coronacompensaties namen met negen procent af.

Akkerbouw

De productie van zowel de akkerbouw als de tuinbouw lieten een stijging zien door hogere prijzen van de gewassen, met als uitzondering uien die juist een prijsdaling hadden. De prijzen van vooral meststoffen en diesel werden daarentegen fors duurder.

Consumptieaardappelen, vooral fritesaardappelen, brachten meer op (+63%) dan de 2 jaar ervoor. Zetmeelaardappelen brachten ongeveer 5% meer op dan 2020. De kosten voor gewasbescherming stegen vanwege de bestrijding van de aardappelschimmel Phytophthora.

De oogst van suikerbieten daalde, mede door de afname van het areaal. Vanwege een gestegen wereldmarktprijs voor suiker brachten de suikerbieten in Nederland 8% meer op.

In onder andere de Verenigde Staten, Canada en Rusland waren er tegenvallende tarweoogsten. In Nederland werd juist meer graan geoogst. Vanwege een toenemende mondiale vraag stegen de tarweprijzen in Nederland met 21%.

Glastuinbouw

De sierteelt, die goed is voor bijna de helft van de productiewaarde van de plantaardige sector, herstelde van de corona teruggelopen export. De productie steeg met bijna 4,5 procent en de prijzen stegen met 11 procent. De omzetstijging was voor het gemiddelde bedrijf ruimschoots voldoende om de gestegen kosten van met name energie, maar ook van arbeid en plantmateriaal, te compenseren. Bij de glasgroentebedrijven stegen de opbrengsten mee met de kosten, waardoor het gemiddelde inkomen gelijk blijft. Echter zijn er binnen deze sector verschillen: tomatenprijzen zijn gestegen terwijl paprika- en komkommerprijzen gedaald zijn. 

Varkenshouderij

De varkenssector kampte opnieuw met fors dalende prijzen (9 procent) van vleesvarkens. Biggen brachten gemiddeld 20% minder op. De varkensbedrijven, met name zeugenbedrijven, staan voor het tweede jaar op rij onder druk. Dit was het gevolg van een herstellende varkensproductie in China waardoor de vraag naar varkensvlees afnam. Daarnaast mocht Duitsland niet naar China exporteren vanwege de Afrikaanse varkenspest. Een deel van het Duitse varkensvlees werd in Europa verkocht, met lagere prijzen tot gevolg.

Ook de voerkosten zijn fors (13 procent) gestegen vanwege duurdere grondstoffen. De voerkosten maken meer dan 50% uit van de totale kosten op een varkensbedrijf.

Melkveehouderij

De melkproductie in 2021 nam met 2,5 procent af vergeleken met een jaar eerder. De melkprijs lag ruim 10 procent hoger voor gangbare melk en 5% hoger voor biologische melk. Dit komt door een lager aanbod en hogere vraag wereldwijd. Melkveehouders zien hierdoor hun inkomen iets toenemen. Ook de prijs van stierkalveren hebben zich in 2021 hersteld (+51%) ten opzichte van de prijsdaling (samen 50%) in de twee voorgaande jaren. De inkomensstijging in de melkveehouderij wordt geremd door sterk gestegen kosten van met name krachtvoer (14%), kunstmest en energie.

Pluimveehouderij

Pluimveehouders ondervinden last van gestegen voerprijzen (18%) en zien hun inkomen dalen, ondanks betere prijzen voor hun producten. De eierprijzen zijn bijna 4% gestegen. Dit verschilt echter tussen de houderijsystemen. In supermarkten is de vraag gestegen. Hiervan hebben de prijzen van vrije uitloopeieren, biologische eieren en Beter Leven keurmerkeieren geprofiteerd. De marktprijzen voor scharreleieren zijn op jaarbasis iets gedaald.

Het inkomen van vleeskuikenbedrijven is twee derde lager. De opbrengsten stegen met bijna 7%. Maar bij vleeskuikenbedrijven zijn voerkosten een grote kostenpost. Vanwege de forse stijging hiervan is het inkomen gedaald.