Nieuws

Grote onzekerheid overheerst bij boeren

Tractor in de lente in de Betuwe - Jan van der Wolf via Istock
Bron foto: Jan van de Wolf, Istock (Istock licentieovereenkomst voor content)
Samenvatting
  • Onderwerp
    transitie, onzekerheid, sociale impact, psychische nood
  • Interessant voor
    melkveehouders, varkenshouders, pluimveehouders, akkerbouwers, (glas)tuinbouwers
Bekijk de bronnen
Al voorafgaand aan het stranden van het Landbouwakkoord en de val van kabinet-Rutte IV heerste bij boeren grote onzekerheid over hun toekomst. Dat gaat gepaard met tal van sociale en psychische gevolgen, zoals burn-outklachten en financiële zorgen. Ook ervaren agrariërs dat hun autonomie onder druk staat en dat hun leefomgeving ingrijpend verandert, zonder dat ze daar invloed op kunnen uitoefenen.

De land- en tuinbouwsector moet in een snel tempo verduurzamen om aan de wet- en regelgeving te voldoen rondom bescherming van biodiversiteit, verbeteren van de waterkwaliteit en behalen van klimaatdoelen. Dat heeft effect op het verdienmodel en verdienvermogen in de landbouw, maar heeft ook een grote sociale impact, zoals de onzekerheid die boeren ervaren, het verlies van vertrouwen en het gevoel niet gewaardeerd te worden.  

Over deze sociale impact van de landbouwtransitie bestaat nog weinig onderzoek, concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving eerder. Daarom hebben zij opdracht gegeven tot een verkennende studie ‘Sociale impact van de landbouwtransitie’. Daarbij is gekozen voor een deskresearch als basis, aangevuld met acht verdiepende interviews.  

Onduidelijkheid over regels 

Wat gaat de overheid besluiten? Wanneer gaan ze besluiten? Gaat het besluit nog veranderen? En wat betekent dat allemaal voor mij, mijn gezin, mijn bedrijf en mijn omgeving? Dat zijn vragen waar boeren op dit moment mee zitten. Dit komt volgens hen vooral door ontbrekende heldere kaders en communicatie vanuit de overheid. Het is onduidelijk welke regels voor de boeren gaan gelden en op welke termijn. ‘Dit vindt direct weerslag in de financiering van een bedrijf’, zo staat in de studie. ‘In het algemeen vinden boeren het moeilijk om in deze situatie keuzes te maken. Ze hebben onvoldoende informatie over wat ze van de toekomst kunnen verwachten. Het gevolg is stilstand of tenminste aarzeling bij de boeren.’ 

Het merendeel van de respondenten ziet een boerengemeenschap waar lamgeslagenheid, onverschilligheid en onmacht overheerst. ''Dit zijn zorgelijke signalen'', concluderen de onderzoekers. Waar behoefte aan is bij boeren en tuinders volgens de deelnemers aan de studie? Het herwaarderen van de positie van de boer, het inrichten van (gebieds)processen, het toetsen van beleidsrichtingen aan praktijkervaringen en het bieden van een langetermijnvisie. 

Psychische nood 

Uit de interviews blijkt dat zowel koplopers in de sector als gangbare boeren in psychische nood kunnen verkeren. Alleen lijken de oorzaken verschillend voor de twee groepen. Voor gangbare boeren lijkt de financiële situatie een belangrijke oorzaak te zijn. Bij de koplopers gaat het vaker om burn-outklachten. ''Ze hebben het allemaal superdruk'', vertelt een van de geïnterviewden. ''Iedereen wil duurzame boeren horen. Ze worden van links en rechts overstelpt met vragen voor interviews. Door journalisten, studenten, wetenschappers, beleidsmakers. En vervolgens wordt die tijd die ze erin stoppen nergens beloond.'' 

De onderzoekers schrijven dat de sociale impact van de landbouwtransitie groot is, maar per boer verschilt en verschillende dimensies kent. ‘Sommigen worstelen met hun identiteit als boer, wat door kan slaan in schaamte voor hun beroep en manier van leven. De existentiële vraagstukken kunnen ertoe leiden dat een boer twijfelt over de zingeving en de liefde voor het vak afneemt’, zo schrijven de wetenschappers. Ook voor de boerengemeenschap zijn de gevolgen merkbaar: ‘Gelijkgestemde boeren zoeken elkaar op, werken samen of helpen elkaar, een positieve bijvangst. Daartegenover staat een groeiende polarisatie tussen groepen van gelijkgestemde boeren.’ 

Campagne Taboer 

Ook de mentale impact is groot, van lamgeslagenheid tot aan zelfmoord toe. Sommige boeren schakelen hulp in. Volgens een van de respondenten in de studie gaan veel boeren als reactie op zorgen en nood juist harder werken. In sommige gevallen vinden de mentale klachten ook hun weerslag in de fysieke gezondheid, terwijl volgens een respondent het werk op veel boerenerven fysiek juist minder zwaar is geworden. 

Of de landbouwtransitie ook leidt tot meer zelfmoorden is onduidelijk. Uit cijfers van 113 zelfmoordpreventie blijkt dat jaarlijks tussen de 20 en 30 agrariërs hun leven beëindigen. Daarmee zit de agrarische sector in de top 3 van beroepsgroepen waarbinnen de meeste zelfmoorden voorkomen. De agrarische organisaties LTO en ZOB zijn dit voorjaar gestart met de campagne ‘Taboer’ die boeren en hun familie moet helpen als er sprake is van een mentale crisis of suïcidale gedachten.


Taboer heeft een website en de hulplijn is bereikbaar via 088-8886608. Het is een samenwerking van belangenbehartiger LTO, diverse onafhankelijke agricoaches, de vrijwilligers van Zorg om Boer en tuinder en de professionals van het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren.  

Praten over zelfmoordgedachten kan ook anoniem: chat via www.113.nl, bel 113 of bel gratis 0800-0113.