Nieuws

Hebben oud-Nederlandse rassen de toekomst?

Samenvatting
  • Onderwerp
    Toekomst Oud-Nederlandse Rassen
  • Interessant voor
    Melkveehouder, Varkenshouder, Geitenhouder
Bekijk de bronnen
Waar nu in de veehouderij de voorkeur uitgaat naar efficiënte rassen met een topproductie, is er in de meer biodiversiteitsvriendelijke landbouw ruimte voor dieren met andere eigenschappen. Met name zeldzame, Nederlandse runderrassen hebben geschikte kenmerken om een rol te gaan spelen in de agro-ecologische landbouw. Zij zijn meer robuust dan hun Holstein-collega’s. Voor de oorspronkelijk Nederlandse schapen-, geiten- en paardenrassen lijkt dat in mindere mate te gelden, maar meer onderzoek is nodig.

De Holstein heeft de wereld veroverd met haar hoge melkproductie. Hetzelfde deed de Texelaar in de schapenhouderij: het best bespierde schapenras ter wereld domineert. Dit soort hoogproductieve rassen ontleenden hun opmars aan de aandacht in de landbouw voor productieverhoging en efficiëntie per kilogram product. Maar daarmee werden andere, oorspronkelijke Nederlandse rassen naar de achtergrond verdrongen.

Veel Nederlandse rassen zeldzaam

De dominantie in de veehouderij van een klein aantal rassen zorgt er voor dat inmiddels 90% van de oorspronkelijke Nederlandse rassen zeldzaam is. In Nederland houdt het CGN (Centrum voor Genetische bronnen Nederland) de aantallen bij van deze rassen. Hiermee signaleert het centrum trends en ontwikkelingen in beschikbare genetische dierlijke bronnen.

Mogelijkheden voor authentieke rassen

De Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH) zet zich in voor de landbouwhuisdierrassen van Nederlandse oorsprong. Dit doet ze onder andere door houders van deze rassen te ondersteunen bij het verwaarden van hun zeldzame landbouwhuisdieren. Door de aandacht voor agro-ecologische landbouw, waaronder kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw, ziet de SZH mogelijkheden voor de authentieke rassen. Daarom heeft de SZH laten onderzoeken of deze rassen inderdaad kenmerken bezitten die goed passen bij agro-ecologische landbouw.

Meer robuust en gezond

In het onderzoek is gesproken met houders van diverse runderrassen. Voor alle houders geldt dat hun koeien de primaire inkomstenbron vormen. De houders hielden één van de volgende rassen of kleurslag:

  • de Groninger Blaarkop
  • de Fries-Hollandse koe
  • het Roodbont Fries vee
  • het Brandrode rund
  • Lakenvelder
  • MRIJ
  • Witrik (kleurslag)

Daarnaast zijn experts geïnterviewd op het gebied van genetica en behoud van diversiteit, beleid en conservering, genetica en fokkerij, diervoeding en beleid en agro-ecologie.

Zonder uitzondering geven alle houders aan dat hun ras robuuster is in vergelijking met Holsteins. Robuustheid betekent dat dieren beter kunnen omgaan met veranderende omstandigheden. Ook zien zij dat hun dieren beter omgaan met voer van lagere kwaliteit. En ze geven aan dat hun koeien weinig afkalfproblemen hebben en weinig gezondheidsproblemen kennen. Kenmerken die door wetenschappelijke experts worden bevestigd.

Een rol voor oud-Nederlandse koeienrassen

De grotere robuustheid maakt de oud-Nederlandse koeienrassen meer geschikt voor agro-ecologische dan de gemiddelde Holsteinkoe. Ook het verschil in gevraagd rantsoen laat een voordeel voor de oorspronkelijke koeien zien. De Holstein is jarenlang geselecteerd is om meer energie voor melkproductie te mobiliseren. Maar om dit te kunnen blijven doen met een gezonde koe, is bij de Holstein het voeren van voldoende krachtvoer noodzakelijk. De onderzochte rassen kunnen beter toe met sobere rantsoenen. En dat maakt aanvoer van voer van buiten het bedrijf of regio minder noodzakelijk: een streven binnen de agro-ecologische landbouw.

Verder zijn de oorspronkelijke koeienrassen minder kwetsbaar bij wisselende en minder optimale omstandigheden. De lagere productie van deze rassen kan een uitdaging zijn, maar de geïnterviewde houders laten zien dat er zeker mogelijkheden zijn voor voldoende rendement met deze rassen.

Schapen, paarden en geiten: meer onderzoek nodig

Bij de authentieke geiten-, schapen- en paardenrassen lijkt in eerste instantie geen opvallende geschiktheid voor de agro-ecologische landbouw. Uitzonderingen hierop die in het rapport genoemd worden zijn het Nederlands trekpaard en de Noordhollander. Het trekpaard vanwege zijn trekcapaciteiten. De Noordhollander is een schapenras dat robuust en zelfredzaam wordt genoemd. Maar om over alle schapen-, geiten- en paardenrassen gefundeerde uitspraken te doen, ontbreekt wetenschappelijke onderbouwing. En daarom is meer onderzoek nodig. Ook onderzoek naar oud-Nederlandse Nederlandse kippen- en varkensrassen is gewenst.

Verder onderzoek naar runderrassen

Gerelateerd aan dit onderzoek gaat WUR starten met het onderzoeksproject ‘Fokdoelen en runderrassen voor natuurinclusieve kringlooplandbouw’ van start. Hierbij ligt de focus op het wetenschappelijk onderbouwen van rassen en kenmerken die passen binnen natuurinclusieve bedrijfssystemen. Het project loopt van 2021 tot 2024.

(Foto: Shutterstock)