Nieuws

Herziene Wet op de dierproeven van kracht

Met de invoering van de herziene Wet op de dierproeven (Wod) is een belangrijke stap gezet in het nog beter beschermen van proefdieren in Nederland. De manier waarop instellingen een vergunning aanvragen voor het uitvoeren van dierproeven verandert.

Centrale Commissie Dierproeven

Op 25 november jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de dierproeven (Wod) in verband met implementatie van richtlijn 2010/63/EU aangenomen. De Wod en onderliggende regelgeving is op 18 december in werking getreden. Een belangrijk gevolg van de nieuwe wetgeving is dat er nieuwe taken en bevoegdheden zijn benoemd en belegd voor de beoordeling van dierproeven. De Centrale Commissie Dierproeven (CCD) speelt daarbij een belangrijke rol. De CCD is het centrale orgaan dat als enige bevoegd is om vergunningen voor het verrichten van dierproeven te verlenen. De CCD is een Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) dat is benoemd door het ministerie van Economische Zaken. In de wet- en regelgeving is vastgelegd dat de CCD onafhankelijk en onpartijdig is.

Volgens de nieuwe werkwijze moet een aanvraag voor een vergunning voor een zogenaamd project (één of meer dierproeven) worden ingediend bij de CCD. De CCD vraagt, voordat zij al dan niet vergunning verleent, altijd eerst advies aan een Dierexperimentencommissie (DEC). In het oude stelsel bestonden er al DEC’s; hun taak, samenstelling en werkwijze verandert onder de nieuwe wetgeving.

Nationaal Comité advies dierproevenbeleid

Als gevolg van de herziene Wod is naast de CCD nog een andere organisatie in het leven geroepen: het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad). Deze is ingesteld voor de bescherming van dieren die worden gebruikt voor wetenschappelijke doeleinden en voor onderwijs. Het NCad heeft een brede, inhoudelijke, adviserende en organiserende functie. Het NCad krijgt onder andere als taken om de bewindspersoon, de CCD en de instanties voor dierenwelzijn (IvD) te adviseren over de aanschaf, fok, huisvesting, verzorging en het gebruik van dieren in proeven en tevens de beste praktijken te verspreiden. Ook het uitwisselen van informatie met nationale comités van andere lidstaten over het functioneren van de IvD's, de beoordeling van projectvoorstellen en het verspreiden van beste praktijken binnen de EU zal tot de taken gaan horen.

Minder dierproeven in 2013

Uit het jaaroverzicht van dierproeven 'Zo doende 2013' van de Nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bleek onlangs dat het aantal dierproeven in 2013 met ruim 10 procent is gedaald ten opzichte van 2012. In totaal werden 526.593 proeven gehouden op 517.181 proefdieren. Er waren minder proeven met muizen, ratten, konijnen, runderen, varkens en apen. Meer dierproeven werden uitgevoerd met reptielen. Dierproeven op genetisch gemodificeerde dieren zijn met 3,8% gedaald.

Ga naar homepage Dierenwelzijnsweb


(Bron foto: Shutterstock)