Nieuws

Het boerenerf als ecologische stapsteen

Bij verzamelt stuifmeel van wilgenkatjes - Dave Massey via Shutterstock
Bron foto: Dave Massey, Shutterstock (Shutterstock license)
Samenvatting
  • Onderwerp
    biodiversiteit op de boerderij
  • Interessant voor
    melkveehouders
Bekijk de bronnen
Het boerenerf biedt volop kansen om de biodiversiteit in het buitengebied te vergroten. Het blijkt een belangrijke ecologische stapsteen voor tal van vogels, amfibieën en insecten. Het handboek geeft tal van tips voor agrarisch ondernemers.

Elk erf kun je volgens ecologen als een opzichzelfstaand landschapselement zien, vaak in de nabijheid van een ander erf. Boeren en tuinders kunnen gezamenlijk een ‘veilig wandelpad’ creëren waarmee soorten van het ene deel van hun leefgebied naar het andere kunnen komen, zo staat in het handboek.

De ligging van een erf bepaalt of een aanpassing wel of juist niet gewenst is. Sommige ingrepen, zoals het planten van hoge bomen, pakken goed uit voor akker- en zangvogels. In een weidevogelgebied zijn hoge bomen juist ongewenst, omdat roofvogels die gebruiken als uitkijkpost om te jagen op jonge kieviten, tureluurs of grutto’s.  

Variatie in planten 

Het belangrijkste advies uit het handboek is: zorg voor afwisseling. Hoe meer verschillende planten en bomen op het erf, hoe gevarieerder het leven. Daarnaast blijkt een afwisseling van zon en schaduw en nieuwe landschapselementen als open plekken, bosschages en de aanwezigheid van water de biodiversiteit verder te vergroten. 

Schuren en oude gebouwtjes blijken vaak een ideale schuil- en nestgelegenheid. Ook steen- en houtstapels bieden diersoorten onderdak. Bladeren en dode planten blijken een goede overwinteringsplek te zijn. Herbiciden, insecticiden of andere chemische middelen zijn juist nadelig voor insecten en vlinders en voor de ontwikkeling van kruiden. Daardoor neemt ook de voedselvoorziening voor bijvoorbeeld vogels en vleermuizen af.  

Natuurlijke plaagbestrijders 

Vooral bomen spelen een belangrijke rol voor de biodiversiteit. Zo kunnen wilgen onderdak bieden aan ongeveer 450 insectensoorten, waaronder natuurlijke plaagbestrijders. Het handboek adviseert om inheems plantgoed te gebruiken, omdat de insecten die in Nederland leven zich aan deze soorten hebben aangepast. Bloeiende bomen, zoals de wilg, trekken weer bijen en vlinders aan.  

Dag- en nachtvlinders gebruiken bomen als waardplant om hun eitjes op af te zetten, zodat de rupsen zich kunnen voeden met bladeren. Rupsen en kevers zijn weer een bron van voedsel voor diverse vogels zoals mezen. Veel vogels, maar ook muizen, eten de vruchten en zaden die bomen produceren.  

Verder zijn bomen voor vogels goede plekken om nesten in te maken, beschutting in te zoeken of als uitkijkpost te gebruiken. Daarnaast blijken bomen of rijen bomen een oriëntatiepunt voor bijvoorbeeld vleermuizen. Vogels als steenuilen, ringmussen en wilde eenden broeden in holtes van oudere bomen zoals in knoestige knotwilgen. De holtes worden ook als schuilplaats gebruikt door amfibieën, kleine zoogdieren en vleermuizen.  

Poel als drinkplek 

Ook kleine en ondiepe wateren zoals poelen blijken van grote ecologische waarde. In een poel groeien diverse waterplanten. Tussen de stengels van deze planten zetten amfibieën graag hun eitjes af. Ook libellen en vele andere insecten hebben water nodig om zich voort te planten. In en bij het water van een poel leven vele insecten die een voedselbron zijn voor bijvoorbeeld zwaluwen en vleermuizen. Kleine zoogdieren, vleermuizen en vogels gebruikt een poel als drinkplek. De modder langs de oever gebruiken boeren- en huiszwaluwen om hun nesten mee te bouwen.  

Een poel moet het merendeel van de dag in de zon liggen, zo staat in het handboek. De beste plekken voor poelen zijn lager gelegen plaatsen waar een toevoer is van kwel of grondwater. Dan is de kans kleiner dat de poel in de zomer droogvalt. Aansluiting op een sloot is ongewenst, omdat vissen het ecosysteem in de poel kunnen verstoren.  

Benut overhoeken 

Daarnaast kunnen boeren en tuinders de zogenoemde overhoeken inzetten; plaatsen op het erf die meestal niet in gebruik zijn voor bewoning of bedrijfsvoering. Juist door geen maatregelen te nemen, groeien op deze plekken van lieverlee kruiden, grassen en andere planten, zoals bramen. In en tussen de begroeiing van overhoekjes is vaak voedsel te vinden voor kleine vogels als de putter en kneu. Daarnaast zoeken amfibieën, muizen en andere kleine zoogdieren beschutting in de hoge begroeiing en daar komen vervolgens weer roofvogels of kleine marters op af. 

Ook agrarisch natuurbeheer kan de biodiversiteit vergroten. Wintervoedselakkers bieden voedsel aan overwinterende akkervogels en kruidenrijke akkerranden trekken insecten aan en beperken het verlies van nutriënten. Op graslandpercelen kan het maaien worden uitgesteld om weidevogels de kans te geven om succesvol te nestelen. 

Erfscan en vergoeding 

De Noord-Hollandse gemeenten Hollands Kroon en Schagen bieden boeren en tuinders de mogelijkheid om een erfscan uit te voeren om te kijken welke maatregelen de biodiversiteit kunnen vergroten. Ook vergoeden de gemeenten een deel van de beplanting en materialen, zoals nestkasten.