Het Dierentuinenbesluit doet zijn werk goed
Evaluatie Dierentuinenbesluit
De aanleiding voor de evaluatie van het Dierentuinenbesluit dat op 26 juli 2002 van kracht is geworden, is tweeledig. Ten eerste is het gebruikelijk om regelgeving periodiek te evalueren. Ten tweede strekt de evaluatie tot uitvoering van de motie van het lid Ouwehand (Kamerstukken vergaderjaar 2006-2007, 30800 XIV, nr. 121). Deze motie verzoekt de regering om het Dierentuinenbesluit te evalueren, met daarbij aandacht voor de functie, de huisvestingseisen en het fok- en transactiebeleid van dierentuinen.
Evaluatieonderzoek
Het evaluatieonderzoek is uitgevoerd door het bureau Research voor Beleid (RvB). In het evaluatierapport wordt bevestigd dat de keuze voor doelvoorschriften in het Dierentuinenbesluit een goede keuze is geweest, omdat deze open normen de dierentuinen volgens de onderzoekers uitdagen tot het creëren van een optimale situatie. Het zijn in de eerste plaats de dierentuinen zelf die dit niveau van dierenwelzijn hebben gerealiseerd. Er is nog wel behoefte aan een aantal verbeteringen.
Een klankbordgroep met vertegenwoordigers van de diverse organisaties heeft inspraak gehad bij de opzet van het onderzoek en de aanbevelingen en conclusies van het onderzoek. In de klankbordgroep zaten vertegenwoordigers van de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (grote dierentuinen), de Vereniging Dier en Park (kleinere dierentuinen), de Vereniging voor Opvang van Niet Gedomesticeerde Dieren en de Dierenbescherming.
EU- Dierentuinenrichtlijn
Het Dierentuinenbesluit dient ter implementatie van de EU-Dierentuinenrichtlijn. Tevens is de Vrijstellingsregeling Dierenwelzijn van kracht die voorkomt dat niet alle kinderboerderijen en instellingen, zoals restaurants met enkele beschermde diersoorten, vergunningplichtig zijn. Ook de opvangcentra die dieren voor een beperkte duur opvangen, worden door de Vrijstellingsregeling dierenwelzijn uitgesloten van vergunningplicht.
(Bron foto: Shutterstock)