Hoe berekenen we de klimaatimpact van landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw?
Impact van de LULUCF-sector op het klimaat
Landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw spelen een belangrijke rol in de mondiale klimaatproblematiek. De manier waarop land en bossen gebruikt worden heeft impact op het klimaat. Groeiende bossen en vegetatie verwijderen CO2 uit de atmosfeer en leggen daarbij koolstof vast in biomassa (hout) en bodems. De manier waarop met het land wordt omgegaan bepaalt in welke mate bossen, vegetatie en bodem koolstof kunnen vastleggen en of en hoe lang die koolstof daarin vastgelegd blijft. Aanplant van nieuw bos (bebossing) en goed beheer van bodems zal bijdragen aan toenemende vastlegging van CO2 uit de atmosfeer in koolstofreservoirs van de LULUCF-sector. Daarentegen, zullen andere activiteiten zoals ontbossing, intensief gebruik van de bodem of ontwatering van veenbodems resulteren in broeikasgasemissies. Het is daarom belangrijk om het effect van LULUCF gerelateerde activiteiten op broeikasgasemissies en verwijdering te monitoren.
Klimaatverdrag van Parijs
In het klimaatverdrag van Parijs hebben partijen afgesproken om maatregelen te treffen om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Daarvoor mag de gemiddelde mondiale temperatuur niet verder toenemen dan 1,5 tot 2 °C. Om dat te bereiken mogen er in de tweede helft van deze eeuw geen netto broeikasgasemissies meer zijn en moeten de overgebleven emissies gecompenseerd worden door verwijdering van broeikasgassen. Waarschijnlijk kunnen niet alle niet- CO2-emissies vermeden worden (zoals emissies van methaan of lachgas uit de landbouw/veehouderij). Daarom moet er geïnvesteerd worden in de afvang van broeikasgassen. Naast nog onzekere technische innovaties hiervoor, zullen ook bossen, vegetatie en bodems hier een belangrijke rol in moeten vervullen. Het is daarom essentieel om de emissies uit de LULUCF-sector in beeld te hebben en landen vervolgens aan te spreken en af te rekenen op geleverde klimaatprestaties, waarbij reductie van emissies of verhoogde koolstofvastlegging beloond worden en hogere emissies of verlaagde vastlegging ontmoedigd wordt.
Internationale rapportageplicht
Binnen de Nederlandse Emissieregistratie rapporteert de taakgroep LULUCF de broeikasgasemissies (CO2, N2O, CH4) en CO2-verwijdering die veroorzaakt worden door menselijke activiteiten in landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw in Nederland. Deze emissies worden in de nationale broeikasgasinventaris van Nederland gerapporteerd aan het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UNFCCC) en de klimaatboekhouding onder het Kyoto-protocol. Daarnaast levert de taakgroep ook aanvullende verplichte LULUCF klimaatrapportages aan de Europese Commissie. Deze aanvullende rapportages worden door de Europese Commissie gebruikt om verder inzicht in de LULUCF-emissies in lidstaten te krijgen en zullen vanaf 2023 ook gebruikt worden om EU lidstaten op hun klimaatprestaties af te rekenen. De EU-richtlijnen zijn erop gericht om lidstaten te stimuleren emissies verder te reduceren en vastlegging in de LULUCF-sector te bevorderen. Door deze rapportageplicht kan Nederland tevens monitoren of de streefdoelen voor het reduceren van broeikasgasemissies gehaald worden en kan Nederland zien waar het staat ten opzichte van andere Europese lidstaten. Naast deze internationale rapportages, levert de taakgroep LULUCF ook data aan voor het (nationale) klimaatakkoord.
Interactieve pdf
De nieuwe publicatie van de WOT Natuur & Milieu geeft een toelichting op het tot stand komen van de jaarlijkse rapportage van broeikasgasemissies en verwijdering van CO2 voor landgebruik, landgebruiksverandering en bosbouw in het kader van de Nederlandse Emissieregistratie. Het gaat hierbij om de stand van zaken halverwege 2021. In deze publicatie ligt de nadruk op de gebruikte methoden en de aannames die achter de berekening van de emissiecijfers zitten. Deze publicatie is met name gericht op beleidsmakers en onderzoekers die in hun werk te maken hebben met de LULUCF-sector.