Hoe goed zijn vleesvervangers voor het milieu?
Onderwerp
Vleesvervangers
Interessant voor
Iedereen met interesse in voeding
Dit blijkt uit een analyse van het tv programma De Kennis van Nu. De makers van dit programma zochten uit hoeveel impact vlees en vleesvervangers hebben op het milieu. Dit deden ze op basis van het CO2-uitstoot per kilogram eiwit op de hele levenscyclus.
Flexitariër
Zo’n 42% is flexitariër, dit zijn mensen die niet elke dag vlees of vis eten. Mensen zijn geconditioneerd op het eten van vlees, ze zijn gewend aan de smaak en structuur van vlees en mede daarom is het opgeven van vlees eten lastig. Vlees van een vleeskoe, vlees van een melkkoe en kaas kun je echter beter niet eten als je voor een duurzaam product wil gaan. Dit komt omdat een koe veel voer nodig heeft. Ook stoten koeien veel methaan uit via scheten, boeren en mest. Vleesvervangers zijn dan een goed alternatief. Maar net als bij vlees komen er bij de productie van vleesvervangers broeikasgassen vrij, worden er bossen gekapt en is er water nodig.
Vleesvervangers op basis van dierlijke producten
Vleesvervangers die melk, kaas of kippenei-eiwit gebruiken hebben een relatief grote impact op het milieu. Voordat je melk krijgt heeft de koe al veel CO2 en methaangas uitgestoten. Voor 1 liter melk is 1000 liter water nodig. Voor een kilo kaas is dit zelfs 5100 liter. Het voer van de melkkoe bestaat voornamelijk uit soja. Deze soja komt vaak uit het Amazonegebied. Hier worden bossen gekapt om sojaplantages aan te leggen. Deze boskap zorgt voor CO2 uitstoot en dat zorgt weer voor opwarming van de aarde. Dat maakt dat vleesvervangers op basis van dierlijke ingrediënten in de regel slechter zijn voor het klimaat en milieu.
Vleesvervangers op basis van plantaardige producten
Hierbij kun je denken aan soja (tempeh of tofu), paddenstoelen, zeewier of jackfruit (een tropische vrucht met een consistentie van vlees). In tegenstelling tot de soja uit het Amazone gebied, wordt de soja voor plantaardige producten op een duurzame wijze geteeld op akkers in Noord-Amerika of Europa en steeds vaker in Nederland zelf. Nadeel is echter wel dat vleesvervangers op basis van plantaardige producten veel bewerking nodig hebben, dus een hoog energieverbruik. Dit geldt bijvoorbeeld voor een groenteburger op basis van tofu met boerenkool. Hierdoor scoort deze beter dan rundvlees maar slechter dan varken en kip als je kijkt naar duurzaamheid. Dit is echter een uitzondering op de regel. Over het algemeen zijn de vegan vleesvervangers beter voor het milieu. Je kunt deze herkennen aan een groene V of er staat ‘veganistisch’ op de verpakking. Verder kan je kijken naar de herkomst van ingrediënten: van hoe dichterbij de ingrediënten komen, hoe beter. Zo zijn tuinbonen, kikkererwten en soja uit Europa duurzame keuzes.
Hoe duurzaam zijn vleesvervangers?
Bron: Kennis van Nu
Soja
In een uitzending van Zembla wordt het productieproces van soja onder de loep genomen. De Nederlandse veevoerindustrie is een van de grootste afnemers van Braziliaanse soja. De soja die in Nederland gebruikt wordt is voorzien van een bepaald keurmerk, het zogenaamde RTRS (Round Table on Responsible Soy) keurmerk. Nederlandse veevoerbedrijven zoals de Heus, ForFarmers en Agrifirm kopen certificaten. Daarvoor betalen ze een klein bedrag aan de keurmerkorganisatie. Dat geld gaat naar boeren ergens op de wereld om ontbossingsvrije soja verbouwen. Slechts 3% van de soja heeft een RTRS keurmerk. Dit kleine beetje soja belandt in dezelfde silo’s als de soja die niet gegarandeerd ontbossingsvrij is. Verantwoorde soja wordt gemend met gangbare soja en zo naar Nederland vervoerd. De Nederlandse bedrijven betalen extra voor soja met een keurmerk, maar de soja die ze gebruiken is daarmee dus niet ontbossingsvrij. Net zo min als de producten in de supermarkt van bijvoorbeeld melkfabrikant Friesland Campina en slachterij Vion. De RTRS geeft in een reactie aan dat er "nog veel te doen is" om de productie van soja te verduurzamen.