Nieuws

Hoogopgeleiden en mensen met obesitas eten ongezonder tijdens lockdown

De meeste Nederlanders zijn niet anders gaan eten tijdens de eerste Covid-19-lockdown. Echter, mensen met overgewicht en obesitas gaven wel vaker aan dat zij tijdens de eerste lockdown ongezonder zijn gaan eten. Ook hoger opgeleiden gingen wat vaker op de ongezondere toer. Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen University en Research.

Onderzoeker dr. Maartje Poelman van de vakgroep Consumptie en Gezonde levensstijl deed verdiepende analyses op het onderzoek van het Voedingscentrum onder 1.030 personen die al vanaf april dit jaar al 5 weken in de lockdown leefden over hun eetpatronen en hun voedselaankopen.

Eten is gewoontegedrag

Ondanks de ingrijpende gevolgen van de Covid-19-pandemie op het dagelijks leven heeft het merendeel van de mensen hun eetgewoonten niet veranderd tijdens de eerste lockdown. De meeste mensen in het onderzoek gaven aan niet anders te zijn gaan eten (83%) of ander eten te kopen of bestellen (73,3%). Dit laat zien hoe vasthoudend eetgewoonten zijn en dat deze zich lastig laten doorbreken. Wel bleken uit de verdiepende analyses dat er interessante sociaal-demografische patronen zichtbaar zijn onder degenen die wél hun eetgedrag veranderden. Mensen met overgewicht en obesitas gaven vaker aan meer moeite te hebben om gezonde voedselkeuzes te maken. Het viel ook op dat vrouwen vaker dan mannen aangaven het moeilijker te vinden om gezonde keuzes te maken.

Obesitas en gezond eten

Mensen met obesitas gaven vaker aan meer en ongezonder te eten tijdens de lockdown en bestelden meer ongezonde maaltijden dan anders. Ze gaven bijvoorbeeld aan meer chips en snacks te eten en meer frisdrank te drinken. Ook in andere landen is dit patroon zichtbaar. Een mogelijke verklaring hiervoor is ervaren stress die ontstaat door de pandemie. Maartje Poelman: “Stress is een logische psychologische reactie op een pandemie (Rajkumar 2020), maar we weten ook dat stress is geassocieerd met voedselconsumptie en obesitas.” Het laat goed zien hoe externe factoren, zoals een lockdown en alle gevolgen van dien, voor sommige mensen een grotere invloed heeft op hun eetgedrag dan voor anderen. “En”, zegt de onderzoeker, “dit heeft dus niets te maken met gebrek aan zelfbeheersing of wilskracht.”

Hoogopgeleiden en thuiswerken

Hoogopgeleiden gaven ook wat vaker aan ongezonder te eten en meer snoep en alcoholische dranken kochten tijdens de lockdown dan lager opgeleiden. We veronderstellen dat dit komt doordat de dagelijkse routines van hoger opgeleiden vaker in de war werden geschopt door de lockdown, en daardoor ook hun eetgewoonten. Onderzoeker Maartje Poelman legt uit: “Wat je ziet is dat hoogopgeleide mensen meer gingen thuiswerken dan laagopgeleide mensen; pre-lockdown werkte ongeveer 9% van zowel hoog- als laagopgeleiden thuis. Tijdens de lockdown moest 56% van de hoger opgeleiden thuiswerken terwijl dit voor 14% van de lager opgeleiden het geval was.”

Online bestellen

Van de mensen die al voor de lockdown eten bestelden, gaf een kleine 30% aan dit tijdens de lockdown vaker te zijn gaan doen. Hoogopgeleiden en jongeren liepen hierin voorop. Dit kan te verklaren zijn uit het feit dat hoogopgeleide mensen sowieso vaker uit eten gingen pre-lockdown dan lager opgeleiden (Lachat et al. 2012). Ook was zichtbaar dat lokale restaurants werden gesteund doordat hier online besteld werd.

Redenen voor gezonder of ongezonder eetgedrag

Van de mensen die aangaven gezonder te gaan eten tijdens de lockdown, gaf 30% aan dit te doen om hun weerstand een boost te geven. Het nieuws over de link tussen ernstige complicaties door Covid-19 en overgewicht kan hieraan ten grondslag liggen. Als reden voor gezonder eetgedrag gaven mensen aan dat de lockdown betekende dat ze minder verleidingen hadden op het werk zoals verjaardagstaarten of snacks. En doordat ze niet uit eten konden met bijbehorende verleidingen zoals lekkere toetjes. Meer thuis zijn betekent ook meer tijd om een gezonde maaltijd te bereiden. Redenen die juist ongezonder deden eten waren de ongezonde verleidingen thuis en de tijd die mensen nu hadden voor uitgebreid koken of bakken. Het gevaar van verveling, meer vrije tijd, meer stress en minder sociale controle speelde ook een rol in de antwoorden.