Iepen hebben last van de iepziekte, onverenigbaarheid en klimaatverandering
Onderwerp
Iepziekte
Interessant voor
Terreinbeheerders, hoveniers
De iep wordt gezien als ideale straat- en laanboom. De boom verloor echter aan populariteit wegens de iepziekte, veroorzaakt door een schimmel. Deze schimmel wordt verspreid door iepenspintkevers. Zij leggen eitjes onder de bast van verzwakte iepen. Ondanks veredeling, waardoor iepen beter bestand zijn tegen de iepziekte, moeten we alert blijven. Problemen als onverenigbaarheid en klimaatverandering kunnen voor de iep namelijk ook problemen veroorzaken, zo is te lezen in ‘Ulmus – Iepziekte en onderstamkeuze’.
Geschiedenis iepziekte
De iepziekte liet zich rond 1919 voor het eerst zien in Nederland. Sinds die tijd wordt onderzoek gedaan naar de ziekte. Rond 1970 ontstond er een tweede golf in Europa, met een agressievere vorm van de iepziekteschimmel. Als reactie hierop werd het zogenaamde ‘iepenwetje’ ingesteld. In deze wet stond dat zieke iepen snel moesten worden verwijderd. Hierdoor nam de iepziekte sterk af. In 1991 werd de wet afgeschaft met als gevolg een einde aan de gecoördineerde bestrijding van de iepziekte waardoor zieke en dode bomen niet werden opgeruimd en de keverpopulatie weer snel toenam. Hierdoor ontstond een derde golf van de iepziekte. Gelukkig zijn er sinds 2002 hoog-resistente iepenklonen beschikbaar waarop de iepziekte weinig of geen vat heeft.
Rol van kevers
Bij sommige soorten en cultivars is er verschil waargenomen tussen de resistentie gemeten bij inoculatieproeven, waarbij hoge doses schimmelsporen in de boom geïnfecteerd worden, en de werkelijke resistentie in de praktijk (veldresistentie). Waarschijnlijk heeft dit te maken met voorkeur van de iepenspintkevers. Sommige iepen zijn minder in trek bij de kevers, de belangrijkste overbrenger van de schimmel.
Als op een locatie veel iepenspintkevers in een val zitten duidt dat erop dat er een iepzieke boom in de buurt staat. Op deze manier sporen beheerders zieke bomen op, zowel in de openbare ruimte als in particuliere tuinen.
Onverenigbaarheid
Naast de iepziekte is onverenigbaarheid (onderstam en ent gaan -op den duur- niet meer goed samen) een belangrijke factor bij de uitval van iepen. Het probleem is dat de ent (een op een onderstam geplaatste scheut) de onderstam afstoot. De ent vormt een eigen wortel waardoor de ent stopt met het doorgeven van suikers naar de onderstam. Hierdoor sterft de onderstam af met omwaaien tot gevolg.
In het artikel wordt ingegaan op voor- en nadelen van verschillende onderstammen. Ook bij zaailingen (zoals Ulmus glabra) kan onverenigbaarheid optreden. De mate van onverenigbaarheid verschilt echter per partij zaailingen. Hierdoor is het onvoorspelbaar welke partij zaailingen in de toekomst onverenigbaarheid zal geven. Om dit probleem te voorkomen is wortelechte vermeerdering van groot belang. Helaas wordt dit niet door alle kwekers erkend en is het van belang dat kopers van bomen en boombeheerders hierop hameren.
Klimaatverandering
Iepen zijn klimaatbestendige bomen; ze kunnen goed tegen zowel zeer natte als droge perioden. Echter heeft klimaatverandering consequenties voor het iepenbeheer. Een langer en warmer groeiseizoen verlengt het keverseizoen wat kan leiden tot een hogere iepziektedruk. Ook kunnen hitte en droogte de iepziekteontwikkeling versnellen. Als we niet in de vierde iepziektegolf willen belanden moeten we dus alert blijven reageren en iedere aangetaste iep snel (binnen enkele weken) verwijderen, aldus het vakblad. Verder is een mix van klonen de beste garantie voor behoud van de iep.
Nederlandse Planten Collectie
Sinds 2020 is de Gemeente Wijdemeeren in ’t Gooi houder van de Nederlandse Planten Collectie (NPC) Ulmus. Het sortiment Ulmus is constant in beweging. In het artikel ‘Ulmus – Gebruikswaarde- en sortimentsonderzoek in de praktijk’ zet de beheerder de ervaringen met alle bomen (soort en cultivar) op een rij.