Iepen vragen sortimentskennis en alertheid
Onderwerp
Iepen
Interessant voor
Terreinbeheerders, hoveniers
In 1919 was het voor het eerst raak in Nederland: de iepziekte. Toen eenmaal duidelijk was dat een schimmel de oorzaak was, ging men op zoek naar resistente types. En na de ontwikkeling en verfijning van veredelingstechnieken werd resistentie ook ingekruist bij gevoelige iepsoorten. Hetzelfde gebeurde na de tweede golf van iepenziekte, vanaf 1970.
Iepenoverzicht
De zoektochten naar resistente typen heeft er voor gezorgd dat er tegenwoordig een enorme variëteit is aan soorten en cultivars is binnen de iepen. Dit artikel uit jaarboek Dendroflora geeft hulp bij het herkennen van iepen. Boom- en groenbeheerder Martin Tijdgat geeft een uitgebreid overzicht van iepensoorten en -cultivars. Hij geeft bij iedere type een beschrijving van het uiterlijk en wetenswaardigheden. Waar nodig geeft hij adviezen waar op te letten bij aankoop.
Let op iepziekte
De iep is een prachtige stads- en klimaatboom, stelt dit artikel in Dendroflora. Maar de iep vraagt nog steeds om alertheid door onder andere de iepziekte.
Iepziekte wordt veroorzaakt door een schimmel die wordt verspreid door verschillende soorten iepenspintkevers. Deze kevers leggen hun eitjes onder de bast van verzwakte iepen.
Er spelen verschillende factoren een rol bij de iepziekte. Allereerst is dat de resistentie tegen de schimmel zelf. Daarnaast speelt de voorkeur van de iepenspintkever een rol, de kever heeft zijn voor- of afkeur voor sommige typen iepen. Zo is de Fladderiep (Ulmus laevis) een soort die niet snel wordt uitgekozen door de iepenspintkever. En tenslotte zijn er verschillen tussen de resistentie in praktijkonderzoeken en de resistentie in het veld.
Hoog-enten
Naast de iepziekte is ook onverenigbaarheid van ent en onderstam een reden om alert te zijn. Enten op een onderstam is niet altijd succesvol, omdat er sprake kan zijn van uitgestelde afstoting van de onderstam door de ent. Het lastige bij onverenigbaarheid is dat het niet is waar te nemen, waardoor iepen onverwacht omvallen.
Vanwege de onverenigbaarheid van ent en onderstam is het beter om over te gaan op hoog-enten met bijvoorbeeld de Pluim-iep. Onverenigbaarheid treedt niet op bij hoog-enten. Halverwege de stam ontstaat bij hoog-enten de zo karakteristieke entknobbel.
Een andere optie tot vermeerderen is via een zomerstek, waarbij er aandacht moet zijn voor een goede beworteling van de stekken. Tweede voordeel van stekken is dat de overdracht van de iepziekte bij resistentie klonen niet meer kan plaatsvinden via wortelcontact tussen iepen.
Klimaatverandering
Klimaatverandering is een derde aspect dat beheerders van iepen oplettend moeten volgen. Positief is dat verschillende iepensoorten goed bestand zijn tegen droge perioden als extreme regenval. Daarmee zijn deze soorten een prima klimaatboom.
Maar oplopende temperaturen kan het iepziekte-seizoen verlengen doordat de iepenspintkever langer actief blijft. Dat geeft mogelijk een extra kevervlucht laat in de zomer of vroeg in de herfst. Dan bestaat de kans dat laat besmette iepen ongezien broedbomen voor de kever worden. Dat kan resulteren i meer kevers het jaar erna en daarmee een hogere kans op iepziekte.