Nieuws

Indicator voor milieuprestatie gewasbescherming

In januari 2017 werd tijdens de Nationale Voedseltop de ambitie uitgesproken dat Nederland koploper gezonde en duurzame voeding moet worden. Dat betekent dat gewasbescherming milieuvriendelijker moet worden. Je kunt dat meten met hulp van een Milieuvriendelijkheidsindicator voor gewasbescherming.

Niet alleen de overheid wil dat de land- en tuinbouw duurzamer en schoner wordt, ook de sector zelf vindt dat de milieubelasting omlaag moet. Tijdens de Nationale Voedseltop 2017 sprak het ministerie van EZ de ambitie uit dat Nederland koploper moet worden in gezonde en duurzame voeding. Ook de tuinbouwsector vindt het belangrijk dat we overstappen op een meer duurzame gewasbescherming.

Indicator

Maar hoe weet je of het beter kan? Is er een indicator die aangeeft hoe goed je presteert op gebied van gewasbescherming?. LTO Glaskracht Nederland en de Stichting Programmafonds Glastuinbouw vroegen Wageningen Economic Research een advies op te stellen. Het rapport 'Milieuvriendelijkheidindicator (MVI) voor gewasbescherming' laat zien dat er mogelijkheden zijn.

Beleid

In het rapport geven de onderzoekers een overzicht van de ontwikkeling van het gewasbeschermingsbeleid de afgelopen decennia. Met het in 1991 gelanceerde Meerjarenplan gewasbescherming was het beleid aanvankelijk gericht op vermindering van het volume en milieubelasting. De huidige beleidsnota 'Duurzame gewasbescherming' zet in op vermindering van normoverschrijdingen van het oppervlaktewater, emissiebeperking en aandacht voor bijensterfte.

Bijensterfte

In Nederland en Duitsland lag de focus sterk op concentraties van werkzame stoffen die rond het perceel worden gevonden zoals in het oppervlaktewater. Er was minder aandacht voor de risico’s voor toepassers, oogstpersoneel en niet-doelwitorganismen op het perceel. Die risico's komen de laatste jaren in het maatschappelijk debat sterker naar voren, denk aan de discussie over bijensterfte.

Gezondheid

Het gewasbeschermingsbeleid in Denemarken was altijd sterker gericht op het effect op niet-doelwitorganismen en op biodiversiteit op en rond akkers. In dat land is door het Deense agentschap voor mileubescherming (Environmental Protection Agency, EPA) een Pesticide Load Indicator (PLI) ontwikkeld. Deze PLI is een indicator voor het gevaar van gewasbeschermingsmiddelen voor de gezondheid van de toepasser, voor het milieu en voor niet-doelwitorganismen.

Administratieve lastendruk

Die PLI is makkelijk te gebruiken en is ook geschikt voor gebruik in de glastuinbouw. Hij vraagt weinig administratie en dekt ook de veiligheid van het personeel en de biologie in de kas, aldus het rapport. Je hoeft geen spuitschema’s, gebruikte doseringen en gewasopbrengsten te registreren. De PLI rekent vanuit de gebruikte hoeveelheden. Dat scheelt in de administratieve lastendruk voor de ondernemer en in de transparantie van de uitkomst.

Een op deze PLI gebaseerde Milieu-VriendelijkheidIndicator (MVI) zou goed werken om arbeidsveiligheid, milieukwaliteit en biodiversiteit te borgen. Maar voor het denken vanuit emissiebeperkende maatregelen is zo'n indicator ongeschikt.

(Bron foto: Pixabay)