Nieuws

Inkomensverschillen land- en tuinbouw groot in 2023

Kuikens in een stal - pattonmania via iStock
Bron foto: Pattonmania, iStock (iStock)
Samenvatting
  • Onderwerp
    inkomensraming, onbetaalde arbeidsjaareenheid, economie
  • Interessant voor
    adviseurs, bedrijfseconomen, agrarisch ondernemers
Bekijk de bronnen
Het gemiddelde inkomen voor land- en tuinbouwbedrijven wordt in 2023 geraamd op € 112.000. Dat is € 2.000 lager dan het gemiddelde inkomen van 2022. Dit blijkt uit de jaarlijkse inkomensraming van Wageningen Economic Research (WEcR).

Het geraamde inkomen in 2023 is € 37.000 hoger dan het gemiddelde voor de periode 2018-2022. De verschillen in inkomens tussen de bedrijven zijn echter opnieuw groot, aldus de inkomensraming. Zo wordt voor 20% van de bedrijven een inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje) geraamd van minder dan € 8.000. Voor eenzelfde groep wordt een inkomen geraamd boven de € 165.000 per onbetaalde aje.

“In 2023 verbeteren vooral de inkomens van varkens- en pluimveehouders fors”, stelt projectleider Harold van der Meulen, agrarisch bedrijfseconoom. “Dit komt door de combinatie van hogere prijzen voor biggen, vleesvarkens en eieren door een kleiner Europees aanbod en een daling van de voerprijzen. Ook fruittelers kennen een goed jaar door een kleinere productie in Europese landen, waardoor de prijzen van appels en peren flink zijn gestegen. Bij glastuinders ligt de nadruk op kostenbeheersing, door de vorig jaar fors gestegen energieprijzen. De inkomensverbetering in de glastuinbouw komt voornamelijk door lagere energiekosten in 2023 en voor bedrijven met een warmtekrachtinstallatie (wkk) door hogere opbrengsten uit energieverkoop; door een goede verhouding tussen de prijs van het ingekochte gas en de verkoopprijs van elektriciteit. Door lagere melkprijzen als gevolg van een hogere aanvoer van melk daalt het inkomen van melkveehouders. Dit geldt ook voor akkerbouwers, waarbij de kg-opbrengsten dit jaar achterblijven door veel neerslag. Overigens liggen in beide sectoren de inkomens dit jaar nog wel boven het gemiddelde over 2018-2022.”

Onbetaalde arbeidsjaareenheid

Wageningen Economic Research berekent het agrarisch inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Agrarische ondernemers en hun gezinsleden verrichten in de meeste sectoren vaak nog het merendeel van de arbeid zelf maar krijgen meestal geen salaris. Een arbeidskracht die in een jaar 2.000 uur of meer werkt, wordt gezien als één aje. Wie minder werkt, telt voor minder dan één aje. Wageningen Economic Research deelt het inkomen uit bedrijf in deze situatie door het aantal onbetaalde aje. Op deze manier zijn de inkomens van verschillende bedrijfstypen beter met elkaar te vergelijken.