Nieuws

Insecten als veevoer of mestverwerker

Insecten lijken een prima eiwitbron te zijn en komen daardoor in het vizier als sojavervanger. In de praktijk zijn er echter heel wat knelpunten.

Europa is voor de bevoorrading van eiwitrijke grondstoffen voor diervoeding nog voor 85% afhankelijk van import. Soja wordt veel gebruikt in de diervoederindustrie. Soja is eiwitrijk, maar duur en niet zo duurzaam. Daarom wordt naarstig gezocht naar alternatieve eiwitbronnen. In het dossier ‘Insecten in veevoeding of als mestverwerker?’ uit Management & Techniek wordt in een drietal artikelen aandacht besteedt aan de (on)mogelijkheden van insecten op dit gebied.

Landbouwhuisdier

In het artikel ‘Insecten, een oplossing voor de massale soja-import’ wordt een aantal problemen op een rij gezet als het gaat om insecten als diervoeder. Zo is het gebruik van dierlijke eiwitten in veevoer sinds de problemen met de gekkekoeienziekte (BSE) niet meer toegelaten. Insecten(meel) in diervoer is momenteel verboden omdat insecten wettelijk beschouwd worden als landbouwhuisdieren. Dat terwijl insecten als krekels, meelworm en sprinkhaan al wel zijn goedgekeurd voor humane consumptie. Ook in voer voor huisdieren mag insectenmeel gebruikt worden.
Naast het wettelijke verbod is er ook een praktisch probleem. Momenteel ziet de industrie namelijk enkel mogelijkheden voor de zwarte soldatenvlieg, de huisvlieg en meelwormen in diervoeders. Maar de kweek op grote schaal daarvan is moeilijk, want hoe ga je die insecten voederen? Aangezien insecten landbouwhuisdieren zijn, is alles wat verboden is voor varkens, pluimvee of rundvee ook verboden voor insecten. Er moet dus nog veel gebeuren willen insecten onderdeel uit gaan maken van veevoer, zo luidt de conclusie van het artikel.

Mestverwerkers

Een onderzoek naar de haalbaarheid van omzetting van mest door vliegenlarven op het landbouwbedrijf zelf, vormt de basis voor het artikel ‘Insecten als potentiële mestverwerkers’. De zwarte soldatenvlieg blijkt een goede kandidaat. 'De larven kunnen zich voeden op mest en zetten deze om tot larvale biomassa. Onder optimale omstandigheden is de larve volgroeid in 2 weken, waarna het vet, eiwit en chitine van de larven kunnen worden gebruikt voor industriële toepassingen en zo een opbrengst genereren voor de landbouwer.' Om te kijken of de meeropbrengst opweegt tegen de kosten om optimale omstandigheden te creëren, wordt er een proef gehouden. In het artikel ‘Insectenkweek in de praktijk’ wordt de varkenshouder Bert Hanssens geïnterviewd, op wiens bedrijf de proef gaat plaatsvinden.

Foto: Wikimedia