Insectenbestuiving voor betere fruitopbrengst
De vruchten zijn na extra bestuiving beter van vorm en bederven minder snel. De teler krijgt zo meer geld per kilo. Voor aarbeien geldt dat gemiddeld 57% van de winst afhankelijk is van bestuivende insecten. De voordelen van bestuivende insecten bij de opbrengst van appels en blauwe bessen is ook niet gering. Dit blijkt uit twee eerder uitgebrachte rapporten, te weten ‘de bijdrage van (wilde) bestuivers aan een hoogwaardige teelt van peren en aardbeien’ en ‘de bijdrage van (wilde) bestuivers aan de opbrengst van appels en blauwe bessen’.
Op basis van deze rapporten is recent een factsheet samengesteld die laat zien wat het effect is van windbestuiving versus insectenbestuiving.
Appels en blauwe bessen
Bij appels en blauwe bessen werd gekeken naar de opbrengst van de gewassen. Door de opbrengst met en zonder vrije bestuiving door insecten te vergelijken, kon worden nagegaan welk deel van de opbrengst afhankelijk is van insectenbestuiving. Deze resultaten suggereren een daling van 40% in de opbrengst van appels, indien geen bestuivende insecten aanwezig zijn. Bij blauwe bessen varieerde de opbrenstdaling, afhankelijk van het ras, tussen de 40% en 56% als er geen bestuivende insecten aanwezig zijn.
Niet alleen de hoeveelheid vruchten, maar ook de kwaliteit van de vruchten nam toe bij aanwezigheid van bestuivende insecten. De vruchten werden groter en telers kunnen zo meer geld per kilogram krijgen. De aanwezigheid van wilde bestuivers is dus van belang. Er is echter geen rechtstreeks verband gevonden tussen opbrenst en het aantal wilde soorten bestuivers.
Peren en aardbeien
Tijdens de bloeiperiode van peren en aardbeien werd onderzocht hoeveel en welke soorten bestuivers daadwerkelijk de bloemen van het gewas bezochten. Tijdens de oogst werd vervolgens de kwaliteit van de vruchten bepaald. Bij peren werd ook gekeken naar het aantal geproduceerde vruchten. Voor peren geldt dat het aantal peren toenam bij bestuiving, wat resulteert in een 42% hogere nettowinst per hectare. Voor aarbeien kunnen bestuivers bijdragen aan een goede vruchtvorm, wat resulteert in een 57% hogere nettowinst per hectare. Voor bestuiving zijn zowel honingbijen als wilde bestuivers belangrijk.
Bijensoorten hebben het zwaar en veel soorten nemen in aantallen af. Dit kan een probleem worden bij de bestuiving van vruchten. Door te zorgen voor een geschikte omgeving voor met name wilde bestuivers kan de teelt verbeterd worden. Te denken valt aan bloemstroken voor voedsel en houtwallen voor nestelgelegenheid. Voor bijplaatsing van honingbijen (gedomesticeerde bijen) is geen aantoonbare meerwaarde gevonden.
Bron foto: Shutterstock