Nieuws

Integraal Aanpakken en biodiversiteit

Bron foto: Harry Kolenbrander
Samenvatting
  • Onderwerp
    Biodiversiteit
  • Interessant voor
    Melkveehouders
Bekijk de bronnen
Biodiversiteit en Integraal Aanpakken, gaat dat samen? Gerard Migchels, werkzaam bij Wageningen University & Research is werkzaam op beide thema’s. Hij is als senior projectleider betrokken bij tal van projecten, zoals Met precisie naar meer biodiversiteit en Netwerk Praktijkbedrijven waarbij hij wetenschappelijke kennis vertaalt naar praktische tools voor de agrarisch ondernemer.

Integraal aanpakken gaat over twee gassen: ammoniak en methaan. Ammoniak en natuur werken elkaar tegen. De hoeveelheid ammoniak zal naar beneden moeten om de natuur te herstellen. Voor methaan werkt dit net anders. Ook de methaanemissie moet omlaag. Maar dan om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Als de opwarming van de aarde doorzet zal de huidige biodiversiteit zich daaraan moeten aanpassen en komen er andere soorten in Nederland.

Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij

Een instrument waarin ammoniak, broeikasgassen en biodiversiteit al zijn gecombineerd is de Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij. Deze is in 2019 door Wereld Natuur Fonds, Rabobank en ZuivelNL opgezet. De Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij werkt met zeven Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s). KPI’s zijn indicatoren voor prestaties die de voortgang op biodiversiteitsherstel inzichtelijk maken. De KPI’s zijn:

  1. Broeikasgassen CH4, N2O en CO2
  2. Stikstofbodemoverschot
  3. Ammoniakemissie
  4. Percentage eiwit van eigen land
  5. Percentage blijvend grasland (als aandeel van het totale bedrijfsareaal)
  6. Aandeel natuur- en landschapsbeheer (als aandeel van het totale bedrijfsareaal)
  7. Aandeel kruidenrijk grasland

De verbinding zit dus in de eerste vier KPI’s. Door daarop te sturen combineer je de doelen van Integraal Aanpakken en die van biodiversiteitsherstel. Extra inzet is nodig voor het vrijmaken van oppervlakte voor extra biodiversiteit en het ondersteunen van specifieke soorten zoals weidevogels.

Extensiveren

Migchels vraagt zich af wat extensiveren kan betekenen voor het verlagen van ammoniak en methaan en het verbeteren van biodiversiteit. ‘Is wat biologische boeren doen door te vertalen naar de grote groep?’ Minder koeien betekent minder melk, maar ook minder ammoniak- en methaanuitstoot. Maar er is mogelijk ook nog een andere strategie om te komen tot meer biodiversiteit. Hij tekent een figuur waarbij op de Y-as de toenemende biodiversiteit is uitgezet en de X-as de intensiteit van de landbouw. “Dit is een plaatje van het Louis Bolk Instituut. Hoe meer biodiversiteit, hoe extensiever de boer moet boeren. Maar ik wil onderzoeken of het mogelijk is om bij gelijkblijvende intensiviteit op bedrijfsniveau toch meer biodiversiteit te realiseren. Door via precisielandbouw extra grasgroei realiseren zodat er ondanks 25% oppervlakte voor biodiversiteit er toch even veel ruwvoerproductie op het totale bedrijf is. Het is nog maar een hypothese, op Dairy Campus onderzoeken we het nu”. Daarvoor is het project ‘Met precisie naar meer biodiversiteit’ opgestart.

Eiwittransitie

Als laatste noemt Migchels nog de invloed van de eiwittransitie. Stikstof is een belangrijk onderdeel van eiwitten. Dit zijn essentiële bouwstenen voor ons lichaam. Een duurzaam en rechtvaardig voedselsysteem dat wereldwijd in balans is vraagt om meer plantaardige eiwitten voor directe humane consumptie. Als we met z’n allen minder vlees en zuivel gaan eten, komt dat ook ten goede aan de doelstellingen van Integraal Aanpakken en het verbeteren van de biodiversiteit.