Nieuws

Integrale systeemoplossingen én lessen voor herstel van het beekdallandschap

Bron foto: Sander van der Werf, Drentsche Aa (Shutterstock)
Samenvatting
  • Onderwerp
    beekdallandschap, herstel, integrale oplossingen
  • Interessant voor
    waterbeheerders, terreinbeheerders, natuurbeheerders, beleidsmakers
Bekijk de bronnen
Het beekdallandschap functioneert niet meer zoals vroeger. Dit komt door hydrologische en morfologische degradatie, wat verder wordt versterkt door klimaatverandering. Lokale oplossingen zijn uitgevoerd, maar boeken nauwelijks resultaat. Er zijn grootschalige én integrale maatregelen op systeemniveau nodig.

Deze maatregelen bestaan, maar succesvol beekdalherstel op systeemniveau vergt een grote omslag in denk- en werkwijze van water- en terreinbeheerders. Dit artikel noemt elf knelpunten in de planning en uitvoering van grootschalige beek(dal)herstelprojecten. Deze kunnen worden omgezet in kansen voor de toekomst.

Het hydrologisch probleem in beekdallandschappen

De hydrologische degradatie en morfologische veranderingen van de beken wordt verder versterkt door klimaatverandering. De hydrologische degradatie houdt in dat enerzijds het water niet meer zo geleidelijk wordt afgevoerd als vroeger en dat anderzijds de beekhydrologie is veranderd door onder andere verminderde infiltratie. De hydrologische degradatie wordt versterkt door morfologische veranderingen zoals normalisatie, kanalisatie, overdimensionering, verstuwing en door intensief onderhoud van de beken. Ten laatste zorgt klimaatverandering voor verdere gevolgen. De hogere temperaturen en een veranderende vegetatie leiden tot meer verdamping.

Om de hydrologische situatie te verbeteren kunnen maatregelen genomen worden op niveau van de beek, het beekdal en/of het infiltratiegebied. Een combinatie van maatregelen op systeemniveau kunnen het hydrologisch herstel van beekdallandschappen verder stimuleren.

Kansen uit knelpunten

Maatregelen voor beekdallandschapherstel worden veelal op de schaal van de beek uitgevoerd. Er zijn ook maatregelen op systeemniveau waarbij er naast de beken ook in het infiltratiegebied of het beekdal wordt gekeken. Hier is minder aandacht voor. Op basis van interviews met water- en terreinbeheerders van waterschappen en Natuurmonumenten die beekdallandschappen beheren, zijn er knelpunten geïdentificeerd in de planning en uitvoering van grootschalige beek(dal)herstelprojecten. Deze elf knelpunten kunnen worden omgezet naar een kans, waardoor effectief herstel kan worden gestimuleerd. De belangrijkste knelpunten worden hieronder genoemd.

De beek zit klem tussen gebruiksfuncties. De agrarische bedrijfsfunctie verlangt een stabiel waterpeil en waterveiligheid. Mensen willen toegankelijk en begaanbaar recreëren. Vanuit cultuurhistorische waarden ziet men graag sprengenbeken en watermolens. Deze functies kunnen conflicteren met natuurdoelen. Haalbaarheid gaat dan boven herstel in de maatregelen, waardoor er netto niks gebeurt. Een uitweg is 'verlangenverstrengeling' creëren tussen de gebruiksfuncties. Door bijvoorbeeld de ecosysteemdiensten van het beekdallandschap inzichtelijk te maken, kunnen gebruikers zich realiseren dat herstel kan leiden tot minder droogte en wateroverlast.

Daarnaast zijn conflicterende land- en waternatuurdoelstellingen ook een knelpunt. Soms zijn soorten beschermd of bestaan gemeenschappen op atypische plekken, waardoor het landschap gefragmenteerd is. Dit maakt systeemherstel moeilijk, maar het is om te buigen door herstel van natuurlijke processen. Er is ook een behoefte aan meer ondersteunend beleid voor hydrologisch herstel.

Bij het realiseren van deze ambities zijn durf en financiële middelen belangrijk. Een durf om te experimenten met maatregelen en door financiële middelen te combineren. Daarnaast verkleint dit de doorlooptijd van projecten, die dikwijls wordt bekneld door de grondverwerving.

Na de uitvoering van de maatregelen in een project is een goede overdracht naar beheer, monitoring en kennisuitwisseling essentieel. Een duidelijke overdracht kan bijvoorbeeld doordat er in de overgangsfase wordt samengewerkt tussen projectmedewerkers en de uiteindelijke beheerders. Het monitoren of de maatregel voldoende effect heeft, waarborgt ook dat er geleerd wordt van de maatregelen. Tenslotte zorgt kennisuitwisseling binnen en buiten partijen ervoor dat zij leren van elkaars aanpak. Een laatste knelpunt is dat er verschillende percepties over herstel zijn. Dat omwonenden bijvoorbeeld begrijpen dat herstel tijd kost en het er na de maatregel misschien eerst slechter uit ziet.

De elf lessen uit de praktijk helpen om het ingrijpende transitieproces van het hydrologisch herstel van het beekdallandschap aan te gaan. Hiermee kunnen water- en terreinbeheerders beter een combinatie van integrale maatregelen implementeren.