Jacobskruiskruid: een last én een lust
Onderwerp
Opmars Jacobskruiskruid
Interessant voor
Terreinbeheerder, Paardenhouder
Jacobskruiskruid (Jacobaea vulgaris) was vroeger vooral in duingebieden goed vertegenwoordigd. Inmiddels is de plant ook wijdverspreid op klei- en zandgronden in het hele land. De plant is giftig voor dieren, veroorzaakt door zogenoemde pyrrolizidine alkaloïden. Deze gifstoffen kunnen vooral de lever aantasten, met de dood tot gevolg. Ook nieren en longen kunnen beschadigd raken. Dieren zoals paarden en runderen laten de plant in de wei vaak staan, maar in gedroogde vorm als hooi eten ze het op, terwijl de plant dan onverminderd giftig is.
Boerenorganisatie LTO Nederland trekt regelmatig aan de bel om de problematiek aan de kaak te stellen. Een recente enquête onder paardenhouders brengt aan het licht dat jacobskruidkruid regelmatig terug te vinden is op boerenpercelen en moeilijk te verwijderen blijkt. Ook het uitgestelde maaibeleid, waardoor kruiden zich makkelijker kunnen voortplanten, is de organisatie een doorn in het oog.
Aanvoer van zaden
‘Ondanks actieve bestrijding komen er elk jaar weer nieuwe planten op’, ziet Bert Vergoossen, projectleider bij de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond. ‘Dit komt onder andere door nieuwe aanvoer van zaden vanuit aangrenzende percelen, wegbermen of terreinen. Hetzelfde verschijnsel doet zich voor bij akkerdistels, waar boeren ook veel last van hebben, die zich na de bloei via zaadpluis verspreiden naar de omliggende percelen. Helaas is er geen harde wetgeving die de grondeigenaar kan verplichten jacobskruiskruid te verwijderen.’
De aanwezigheid van de plant leidt tot lagere opbrengsten van het grasland of zelfs argwanende pensionklanten. ‘We zien dat de paardenhouderij in de lift zit als kansrijke agrarische sector en dan zitten we niet op gezondheidsproblemen te wachten’, zegt paardenhouder Peter van de Pas, lid van de LLTB-sectorgroep paardenhouderij. ‘Daarbij zijn veel mensen onbekend met de problemen met jacobskruiskruid.’
Veilige zone
Een jakobskruiskruidplant kan tussen 50.000 en 200.000 zaden produceren, maar volgens de Vlinderstichting vindt verspreiding vooral binnen een cirkel van 25 meter plaats. Buiten een ‘veilige zone’ van 50 meter, direct rond graslanden waarop vee graast, vormt Jacobskruiskruid geen enkel probleem en kan het groeien, bloeien en zaad zetten.
De plant is een nectar- en stuifmeelleverancier voor meer dan 150 Nederlandse soorten insecten, waaronder 32 soorten bijen, 38 soorten zweefvliegen en 38 soorten vliegen. Van 27 soorten dagvlinders (de helft van alle Nederlandse soorten) zijn waarnemingen op jakobskruiskruid bekend. Ook larven zijn afhankelijk van jacobskruiskruid. De rupsen van de sint-jacobsvlinder zijn door de gifstoffen op in hun lichaam oneetbaar voor hun meeste vijanden.
Extensief beheer
De Vlinderstichting is van mening dat in een goed onderhouden weiland met een dichte graszode jakobskruiskruid nauwelijks kan kiemen. LTO Nederland redeneert dat juist doordat agrariërs hun gronden extensiever beheren het risico op vestiging van het jacobskruiskruid verder toeneemt.
Boeren en tuinders krijgen het advies om eigenaren of beheerders van kruidenrijke percelen aan te spreken op hun zorgplicht. Daarnaast kunnen agrariërs aanbieden om maaiwerkzaamheden van grondeigenaren uit handen te nemen. In Limburg start een pilot om samen met LTO, gemeenten, provincie en Limburg Paardensport de verdere verspreiding gezamenlijk aan te pakken.
Gezondheidsschade
De dierengezondheidsdienst GD vraagt eigenaren om voer goed te inspecteren evenals de weides waarvan gehooid wordt. Schapen en geiten zijn anders dan paarden en koeien minder vatbaar voor het gif, maar kunnen bij grote inname ook gezondheidsschade oplopen. Daarnaast is het volgens GD zaak om overbegrazing te voorkomen en raadzaam om altijd alternatief voer beschikbaar te hebben.
Het veranderende klimaat met meer hete en droge periodes is koren op de molen voor het jacobskruiskruid. Juist door de droogte neemt ook het risico toe dat paarden en andere dieren zich uit schaarste toch tegoed doen aan de plant. De gezondheidseffecten kunnen soms pas weken of maanden later aan het licht komen, waardoor een diagnose soms lastig is, redeneert toxicoloog Deon van der Merwe in De Hippische Ondernemer.
(Foto: Shutterstock)