Japanse duizendknoop bestrijden door maaien en uittrekken
Japanse duizendknoop wordt beschouwd als een invasieve exoot. De plant is schadelijk omdat hij door zijn grote groeikracht een negatief effect heeft op de biodiversiteit. Daarnaast kunnen de wortels zorgen voor schade aan verhardingen, rioleringen, funderingen, dijken en taluds van watergangen. Daarbij komt dat de soort lastig te bestrijden is.
Verwilderd
Eigenlijk gaat het om drie soorten Aziatische duizendknopen: de Japanse (Fallopia japonica), Sachalinse (F. sachalinensis) en Boheemse (F. x Bohemica). Deze soorten zijn in het begin van de 19e eeuw in Nederland ingevoerd als tuinplant waarna de soort verwilderde. Met name vanaf 1950 is de soort zich gaan verspreiden. Vermoedelijk heeft het dumpen van tuinafval gezorgd voor de eerste verspreiding van de plant.
Omdat bestrijding lastig is, is er op initiatief van Probos, in samenwerking met diverse organisaties een praktijkproef uitgevoerd. Met deze proef op meer dan 120 locaties wilden de onderzoekers testen welke bestrijdingsmethoden het meest effectief zijn, en inzicht krijgen in de kostenefficiëntie van die methoden.
Bestrijdingsmethoden
Er zijn verschillende methoden getest zoals intensief maaibeheer, afdekken, afgraven, uittrekken, bestrijding met herbiciden en begrazing. Het onderzoeksrapport 'Praktijkproef bestrijding duizendknoop' laat zien dat handmatig uittrekken is effectief, maar nogal arbeidsintensief. Afdekken is geeschikt voor kleinere haarden, maar niet geschikt wanneer er obstakels staan zoals lantaarnpalen, bomen of struiken.
Glyfosaat als chemisch middel werkt, maar is alleen toegestaan voor bladbehandeling. Het biologische middel Ultima komt als duurste methode uit de bus. Als je de kosten afzet tegen de effectiviteit is uittrekken en maandelijks maaien het meest kosteneffeciënt.
Om beheerders te helpen de beste bestrijdingsmethode te kiezen, is een beslisboom bestrijding Japanse duizendknoop ontwikkeld.
(Bron Foto © Brian Green (cc-by-sa/2.0) )