Nieuws

Kalf bij de koe: afweging en keuze van de melkveehouder

Staatssecretaris Martijn van Dam (EZ) ziet onvoldoende reden waarom de overheid zou moeten bepalen of een kalf langere tijd bij de koe moet blijven. Van Dam legt daarmee een motie van de Tweede Kamer naast zich neer.

De staatssecretaris lichtte dit afgelopen vrijdag toe in de 'Tweede standvanzakenbrief dierenwelzijn', waarin tevens op een aantal moties en toezeggingen wordt ingegaan. In de onlangs aangenomen motie van de Partij voor de Dieren wordt de regering opgeroepen binnen een halfjaar een plan te maken dat erop gericht is om kalveren voor een bepaalde tijd bij de moeder te laten. Van Dam schrijft dat niet vaststaat dat het kalf bij de koe houden per definitie beter is voor het welzijn van de dieren. Onlangs heeft het lectoraat Welzijn van Dieren van Van Hall Larenstein de stand van zaken rond deze kwestie in kaart gebracht en aanbevelingen gegeven.

Vroegtijdige scheiding

Pasgeboren kalveren worden op de meeste bedrijven direct gescheiden van de koe. Bedrijven hebben hier verschillende redenen voor zoals het (al jaren) toegepaste bedrijfssysteem, ter voorkoming van infectieziekten zoals para-tbc en omdat de boer(in) toezicht en controle wil houden op het individuele kalf. Ook is de veiligheid van een kalf niet altijd geborgd als het bij de koe blijft, zeker niet in de gangbare stallen met roostervloeren en grote ligbedden.

Boeiende discussie

Het onderwerp kalf bij de koe raakt mensen. Dat blijkt zowel uit het debat in de Tweede Kamer als uit de vele reacties van de sector en maatschappelijke organisaties. Daar waar de een vooral reageert vanuit emotie, benadrukt de ander juist de feiten. Dat leidt tot een boeiende discussie waarbij alle belanghebbenden één ding gemeen hebben, namelijk een goede zorg voor het kalf. De afweging tussen dierenwelzijn, diergezondheid, natuurlijk gedrag en een rendabele bedrijfsvoering die daarbij gemaakt wordt, is niet voor alle partijen hetzelfde.

Niet verplichten

Van Dam vindt het primair de verantwoordelijkheid van de melk- en kalverhouderij om samen met de zuivelketen na te denken over de vraag hoe kalveren een goede start kunnen krijgen. Hij ziet onvoldoende reden waarom de overheid zou moeten bepalen of een kalf langere tijd bij de koe moet blijven. Dat is een afweging en keuze van de melkveehouder. Zo zijn er ook melkveehouders die een andere weg kiezen: ongeveer 45 boeren houden op verschillende manieren hun kalveren langer bij de koe en jaarlijks komen er zowel gangbare als biologische melkveehouders bij.

Van Dam wil melkveehouders die overwegen het kalf langer bij de koe te houden wel faciliteren. Daarom gaat hij in overleg met de sector, Dierenbescherming en het Louis Bolk Instituut om te bezien op welke wijze ervaringen gedeeld kunnen worden.

(Bron foto: Veeteelt)