Kempisch heideschaap niet meer zeldzaam
De situatie is niet altijd zo rooskleurig geweest voor de Kempische heideschapen. Rond 1900 werden er 40.000 ooien in Zuid Nederland geschat. Rond 1960 leken ze vrijwel uitgestorven. De in 1967 opgerichte Stichting Het Kempisch Heideschaap heeft zich jarenlang ingezet voor selectie van de juiste dieren, het promoten van de inzet van deze schapen voor natuurbegrazing en van voor duurzame fokprogramma’s. Nu, 50 jaar later, is er weer een zodanige raszuivere populatie opgebouwd dat het ras niet meer zeldzaam is.
Toekomst
Ondanks dat de aantallen aangeven dat het goed gaat met het Kempisch heideschaap zal dit ras wel onder de zorg van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH) blijven vallen. Onder andere vanwege de cultuurhistorische waarde van deze schapen heeft het bestuur van SZH besloten om het ras te blijven volgen, monitoren en waar nodig te ondersteunen. Hierin blijft de SZH ook goed samenwerken met het Centrum voor Genetische bronnen Nederland (CGN).
In de genenbank die het CGN beheert ligt genetisch materiaal (voornamelijk sperma) opgeslagen van veel van de Nederlandse landbouwhuisdieren. Mocht er een bepaald ras genetisch in de problemen komen, door bijvoorbeeld te veel inteelt of extreem lage aantallen dieren, dan kan men gebruik maken van het sperma uit de genenbank. Van het Kempische heideschaap liggen meer dan 5000 doses sperma van meer dan 30 verschillende rammen veilig opgeslagen in de genenbank.
(Bron foto: SZH)