Kers en pruim in de Oranje Lijst
Pruim
De Europese pruim (Prunus domestica L.) komt waarschijnlijk uit het gebied bij de Kaukasus en rond de Kaspische zee. Er zijn verschillende ondersoorten en groepen te onderscheiden. De bekendste zijn de Ronde pruimen en Reine Claudes, Eierpruimen en Ovale pruimen, Kwetsen, Mirabellen.
Van de 162 rassen die tot de tweede wereldoorlog in Nederland werden geteeld zijn er nog 70 rassen verkrijgbaar. Eén van de rassen is Reine Claude Verte, dat al in de 16e eeuw bekend was. Het is een zeer smakelijke kleine pruim, maar wat onooglijk uitziend: groen met bruinige stippen. Daarnaast was de productiviteit laag en is het een wonder dat het ras nog bestaat. Later zijn er mooiere en productievere Reine Claude rassen gekweekt.
Kers
Men neemt aan dat de zoete kersen (Prunus avium L.) uit de streken rond de Zwarte en Kaspische Zee afkomstig zijn en de zure kersen (Prunus cerasus L.) uit het gebied tussen Zwitserland en de Adriatische Zee. Morellen zijn zure kersen en worden ook walen (in Nederland) en krieken (in België) genoemd.
Zo’n 300 jaar voor onze jaartelling beschreef de Griek Theophrastus voor
het eerst de kersenboom. De oudste kersenpitten zijn gevonden in Zwitserland en dateren al van zo’n 5000 jaar geleden.
In de vroege middeleeuwen werden op diverse plaatsen in Europa al verschillende kersenrassen beschreven. De meeste oude kersenrassen zijn spontane zaailingen, wel of niet bewust gezaaid.
Er zijn 172 kersenrassen gevonden en in de Oranje Lijst opgenomen. Hiervan zijn er nu nog 58 aanwezig bij pomologische verenigingen, genenbanken of
vruchtboomkwekerijen.
Afbeeldingen en beschrijvingen
Bij veel kersen- en pruimenrassen zijn beschrijvingen en afbeeldingen opgenomen in de Oranje Lijst. Deze komen voor een groot deel uit van Hall: De Nederlandsche Boomgaard uit 1868. Deze publicatie is gedigitaliseerd door de Noordelijke Pomologische Vereniging en online via de Speciale Collecties van de WUR beschikbaar.
(Bron foto: http://library.wur.nl/speccol/fruithof/dnb2/)