Nieuws

Ketens agrosector in beeld

Aan de basis van de productieketen in het agrocomplex staan 54.000 boeren en tuinders. Dit agrocomplex heeft een aandeel van zo'n 8% van de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde in Nederland. Een publicatie van Wageningen Economic Research geeft inzicht in een aantal agrarische productieketens.

Via voedingsmiddelenindustrie, groothandel en winkels en horecabedrijven, komen de producten van 54.000 boeren en tuinders bij 7,9 miljoen huishoudens of 17,2 miljoen consumenten. De toegevoegde waarde van het totale agrocomplex, zo'n 52 miljard euro, draagt voor zo'n 7,5% bij aan de totale nationale toegevoegde waarde. En het agrocomplex heeft een aandeel van iets meer dan zo'n 8% van de werkgelegenheid, zo blijkt uit een onlangs verschenen rapportage van Wageningen Economic Research over ketens binnen het Nederlandse agrocomplex.

Een dominante rol is weggelegd voor zuivel, suiker, aardappels, fokkerij, fruit en groenten en bloemen. Een belangrijk deel van de productie wordt geëxporteerd. In de presentatie vind je meer gegevens: over de toegevoegde waarde naar sector, de exportafhankelijkheid of over de inkomens op primaire bedrijven. In de rapportage is het agrocomplex uitgewerkt in vier cases: tarwe, tomaat, pluimveevlees en zuivel.

Tarwe

Op een akkerbouwbedrijf maakt tarwe gemiddeld 23% uit van het areaal. In Nederland beslaat tarwe 67% van het totale areaal granen (181.000 ha). Voor akkerbouwbedrijven is tarwe een belangrijk gewas in het bouwplan. Het merendeel van de tarwe wordt gebruikt voor veevoer omdat de kwaliteit van Nederlandse tarwe niet goed genoeg is voor baktarwe.

Tomaten

Tomaten zijn een belangrijk exportproduct. Het totale areaal blijft de laatste jaren constant. Het aantal bedrijven neemt weliswaar af, maar de omvang van die bedrijven neemt toe. In Nederland wordt op 260 bedrijven, op 1.739 ha ongeveer 997 mln. kg tomaten geproduceerd. Daarnaast importeren we 230 mln kg. tomaten, en exporteren we 1.084 mln. kg. Het binnenlands verbruik is ongeveer 48 miljoen kilo. Een deel van die import is voor binnenlands gebruik in de wintermaanden.

Vleeskuikens

De vleeskuikenketen is complex. Er zijn in Nederland 630 bedrijven die vleeskuikens houden die kuikens aan 16 slachterijen leveren. Ze produceren jaarlijks 840.000 ton levend gewicht of 615.000 ton geslacht gewicht. De Nederlandse consumptie is 348.000 ton vlees, of 20,4 kg per persoon. De Nederlandse consument koopt vooral kipfilet, ook in Duitsland en VK is vooral vraag naar kipfilet. Vanwege de grote vraag naar kipfilet wordt kuikenvlees geïmporteerd. Nederland importeert 710.000 ton kuikenvlees en exporteert 1.437.000 ton kuikenvlees. Pootvlees wordt vooral naar landen in Afrika en Azië geëxporteerd.

Zuivel

Van de zuivelproductie blijft zo'n 35% in Nederland. Belangrijke exportlanden zijn Duitsland, België en Frankrijk China, Japan en Zuid-Korea. Na afschaffing van het melkquotum in 2015 was er een sterke toename in het aantal dieren. In 2017 was er een daling na de invoering van het fosfaatreductieplan en ook was er een daling na de invoering van het fosfaatquotum in 2018. In Nederland zijn er 17.900 melkveebedrijven met 1,75 mln. melk- en kalfkoeien en 0,3 mln. melkgeiten. Deze dieren maken gebruik van 1,1 mln. ha aan grasland en snijmais, dat is 28% van de oppervlakte in Nederland. De bedrijven produceerden 14,5 mln. kg koemelk en 0,3 mrd. kg geitenmelk. De productiewaarde van de melkveehouderij bedraag € 5,3 mld. en de productiewaarde van de zuivelindustrie € 7,1 mld.

Een transitie naar een circulaire productie, of kringlooplandbouw, heeft consequenties voor de zuivelsector. Wil je alleen zuivel produceren voor de Nederlandse markt, dan betekent dat een reductie van de benodigde hoeveelheid melk met 65% en dus een reductie van de veestapel. Bovendien zal de aanvoer van krachtvoer uit het buitenland (soja) en kunstmest moeten verminderen door meer ruwvoer te telen of vlinderbloemigen (klaver, veldbonen) in het bouwplan op te nemen.

(Bron foto: Shutterstock)