Klimaatbuffer als trefpunt natuur en economie
In het rapport De natuur als partner bij klimaatadaptie zijn procesevaluaties te lezen van tien klimaatbeheerprojecten; pilots van de Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers. (Zie vakblad Landschap voor meer informatie over klimaatbuffers).
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) voerde het onderzoek uit in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. PBL: 'Een van de ambities van het kabinet is het verbinden van natuur en economie (Natuurvisie 2014)'. Het PBL onderzoekt in het kader van het programma Natuurlijk Kapitaal Nederland hoe deze twee elkaar kunnen versterken. Vervolgens wil zij overheden, ondernemers en maatschappelijke organisaties concrete handvatten bieden gelet op het nemen van investerings- en beleidsbeslissingen.
Wateropgave versus natuuropgave
In het geval van de studie naar natuurlijke klimaatbuffers maakte het PBL onderscheid tussen projecten met een urgente wateropgave en projecten met een natuuropgave, elk met hun eigen dilemma’s en kansen. Zo zijn projecten die vanuit waterveiligheidsopgave geen prioriteit hebben enerzijds vaak afhankelijk van financiële middelen die ad hoc vrij komen. Anderzijds staan ze daarmee 'ook veel meer open voor het meenemen van andere belangen'.
Zorg voor een 'groene' trekker
Algemeen genomen trekt het PBL op basis van lopende projecten een aantal conclusies over succes- en faalfactoren van klimaatbufferprojecten. Conclusies die tegelijk als handvat dienen. Zo is een succesfactor vertrouwen, evenals betrokkenheid en centrale regie. Een advies daarbij is: zorg voor 'de aanwezigheid van een erkende en zichtbare 'groene' trekker van een project', bevorderlijk voor de ontwikkeling van een 'groen' plan.
Een duidelijke faalfactor noemt het PBL een gebrek aan vertrouwen (soms als erfenis uit het verleden). PBL: 'Harde afspraken kunnen een tekort aan vertrouwen in bepaalde gevallen wel compenseren'. Verder beschrijft ze hoe wetgeving een stimulans kan zijn voor het integraal aanpakken van gebiedsontwikkeling. Ze concludeert ook dat kansen voor ruimtelijke ontwikkeling zich voordoen in gebieden waar de aanwezige bedrijven of sectoren (zoals landbouw, industrie en grondstoffenwinning) nu of in de nabije toekomst niet meer rendabel kunnen werken.
Waarde van diensten en financiering
Het PBL vindt het opvallend dat de vele ecosysteemdiensten, variërend van waterberging tot recreatie, lang niet altijd systematisch in kaart zijn gebracht. 'Laat staan dat de waarde ervan concreet wordt gemaakt en wordt gebruikt bij de belangenafweging'. Een constatering is ook dat er sprake is van veel 'freeriders': partijen die van ecosysteemdiensten profiteren zonder daar (rechtstreeks) aan mee te betalen.
Daarnaast beschikt geen van de projecten over een gedetailleerde 'ecosysteemdienstenboekhouding' (de vragende baathebbende betaalt de aanbieder). Het PBL adviseert te zoeken naar innovatieve financieringsmethoden en kostendoorberekening van ecosysteemdiensten.
(Bron foto: Thinkstock)