Klimaatrobuust bouwen met maatlat
Onderwerp
groene stad, klimaatadaptatie, bouwen, maatlat
Interessant voor
projectontwikkelaars, architecten, gemeenteambtenaren, stedenbouwkundigen, bouwers, beleidsmakers
Nederland staat voor een enorme bouwopdracht, tot 2030 moeten er circa 900.000 nieuwe woningen worden gebouwd. Om die nieuwe woningen toekomstbestendig te bouwen, moeten bouwers en overheden rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering. En is het nodig dat de bebouwde omgeving groen en gezond is. Om dit te garanderen is de Landelijke maatlat voor een groene, klimaatadaptieve gebouwde omgeving ontwikkeld.
De maatlat is aangeboden aan de Tweede Kamer door minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat en minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof. Tegelijk met de maatlat zijn onderzoeken en verkenningen aangeboden, die gebruikt zijn om de maatlat te formuleren.
Meer duidelijk, minder vrijblijvend
Het was tot nu toe onduidelijk hoe je groen en klimaatbestendig bouwt. Wanneer is een bouwproject of gebiedsontwikkeling klimaatbestendig? Omdat een duidelijke definitie mistte, ontstonden lastige vraagstukken rond investeringen of financiering.
De landelijke maatlat biedt duidelijkheid. Met toepassing van de richtlijnen uit de maatlat is nieuwe bebouwing voorbereid op extreem weer. Daarnaast draagt bouwen volgens de maatlat bij aan een gezonde en groene omgeving.
Klimaatadaptief bouwen wordt door de maatlat minder vrijblijvend. Er waren eerder ambities geformuleerd om klimaatbestendig te bouwen, maar de overheid is van mening dat die te vrijblijvend waren. Met de maatlat is er een meer verplichtend karakter, de overheid doet een beroep op gemeenten en de bouwsector om de maatlat zoveel mogelijk toe te passen. De overheid gaat vanaf voorjaar 2024 onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om werken volgens de maatlat te verplichten.
Maatlat breed toepasbaar
De maatlat beschrijft voor nieuwbouw doelen en prestatie-eisen met een factsheet, Hier staan doelen, normen en richtlijnen beschreven voor de thema’s wateroverlast, droogte, hitte, biodiversiteit, bodemdaling en gevolgbeperking van overstromingen.
De maatlat geeft landelijke kaders, maar is tegelijkertijd breed toepasbaar. Er zijn geen specifieke maatregelen beschreven, waardoor een lokale invulling van de maatregelen mogelijk blijft. Bouwen op bijvoorbeeld de zandgronden in Oost-Nederland vraagt om andere oplossingen dan bouwen in de polders van West-Nederland. Door de brede toepasbaarheid blijft ook de mogelijkheid tot het toepassen van innovaties mogelijk.
Waarde van groen
Bij de maatlat horen verschillende rapporten ter onderbouwing die onder andere inzoomen op de waarde van groen. Het rapport ‘Groennormen in de stad en omgeving’ trekt de conclusie dat er voldoende wetenschappelijk bewijs is over de meerwaarde van groen in de stad. Biodiversiteit, gezondheid, leefbaarheid en klimaatadaptatie nemen toe als er groen in de bebouwde omgeving is.
Het Planbureau voor de Leefomgeving reflecteert op de wenselijkheid en het nut van groennormen voor gemeenten. Het PBL staat hier positief tegenover, maar benadrukt de flexibiliteit van een dergelijke norm omdat de vele belangen, actoren en bestaande wet- en regelgeving hierom vragen.
Groen en klimaatadaptief bouwen: mogelijkheden
Andere rapporten focussen op de (on)mogelijkheden van groen en klimaatadaptief bouwen. Allereerst is er het bouwstenenrapport dat als basis dient voor de maatlat. Hiervoor zijn regionale en lokale regelingen bestudeerd en experts geïnterviewd. Hieruit blijkt dat het noodzakelijk is om groen en klimaatadaptatie vanaf het begin op te nemen in het ontwerpproces en hier afspraken en kaders over te maken. En het blijkt dat regelgeving zorgt voor meer groene en klimaatadaptieve ontwerpen. De onderzoekers benadrukken dat blijkt dat lokale situaties moeilijk stroken met een eenduidige landelijke norm.
Het rapport ‘Groene verstedelijking’ (deel 1 en deel 2) geeft inzicht in de opgave die er ligt voor groen buiten de steden. Door steeds meer bebouwing wordt de rol voor groen buiten de steden belangrijker om de leefbaarheid te behouden of te verbeteren.
Het rapport laat zien waar er rond 30 steden ruimtelijke mogelijkheden liggen voor nieuw groen en wat de kosten zijn om voor iedere Nederlander voldoende groen te realiseren. Hierdoor ontstaat een beeld van de ruimtelijke en financiële groenopgave. De totale investeringen voor buitenstedelijk groen liggen tussen 23 tot 37 miljard euro tot 2050. De jaarlijkse beheerkosten worden berekend op 316 tot 529 miljoen in 2050.