Klimaatverandering bedreigt wilde verwanten van voedselgewassen
Ongeveer 10.000 jaar geleden begon de mens wilde planten te selecteren en geschikt te maken voor teelt en consumptie. Ondanks de selectie en veranderingen bij cultuursoorten zijn veel wilde plantensoorten daarmee nog steeds te kruisen. Zij vormen een belangrijke bron van nuttige eigenschappen voor het gewas.
Impact klimaatverandering
Klimaatverandering gaat een grote impact hebben op de verspreiding van wilde plantensoorten. De wilde verwanten van voedselgewassen zullen we nodig hebben om de gewassen aan te passen aan het veranderende klimaat door bijvoorbeeld resistenties in te kruisen tegen nieuwe ziektes.
Veel wilde soorten zijn echter nauwelijks aanwezig in genenbankcollecties en worden bedreigd door verstedelijking, milieuvervuiling en klimaatverandering. Om conserveringsmaatregelen te plannen zijn goede voorspellingen nodig over de toekomstige verspreiding van wilde soorten t.g.v. klimaatverandering.
Voorspelling door computermodellen
Het Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN) heeft in samenwerking met FLORON vastgesteld dat er in Nederland 214 wilde verwanten van voedselgewassen voorkomen, waarvan 53 deel uitmaken van de Nederlandse Rode Lijst. In samenwerking met Naturalis Biodiversity Center zijn nu alle 214 soorten onderzocht. Door middel van computermodellen zijn voorspellingen gemaakt over de verspreiding in 2070 van deze wilde verwanten onder twee verschillende klimaatverandering scenario’s.
De resultaten van de berekeningen, onder de aanname van optimale zaadverspreiding, zijn in de vorm van verspreidingskaartjes beschikbaar op de website CWRnl. Zo wordt bijvoorbeeld voorspeld dat in 2070 de Gesteelde zoutmelde (Atriplex pedunculata) ernstig bedreigd is in Europa, terwijl de Gewone zoutmelde (Atriplex portulacoides) nauwelijks last ondervindt van de klimaatverandering.
Conclusies van de analyse van de 214 wilde verwanten
1) Voor Europa wordt in het algemeen een netto verlies in het voorkomen van de soorten voorspeld en een verschuiving van het verspreidingsgebied in noordwaartse richting. Of diverse plantensoorten snel genoeg kunnen migreren naar geschikte gebieden en daarmee in de natuur behouden blijven voor gebruik is onzeker.
2) Het voorkomen in de huidige natuurreservaten biedt geen garantie op behoud, met name in Zuid Europa. In het beleid t.a.v. het beheer van natuurgebieden zal rekening gehouden moeten worden met de gevolgen van klimaatverandering.
3) Voor soorten die in de toekomst ernstig bedreigd worden is het wenselijk zaadmonsters in genenbanken op te slaan. Hierdoor kunnen soorten beschikbaar blijven voor herintroductie en andere doeleinden.
Ex-situ bewaring
Een breed consortium, bestaande uit o.a. CGN, FLORON, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten kijkt momenteel naar mogelijkheden voor een gezamenlijke aanpak. Dit initiatief onder de naam Het Levend Archief, heeft o.a. als doel de Nederlandse diversiteit, waaronder de Rode Lijst soorten, ex-situ (buiten de natuurlijke habitat) veilig te stellen.
(foto: Gesteelde zoutmelde, bron: Wikimedia Commons)