Klimaatverandering treft gewas-gerelateerde wilde soorten in Nederland
Wilde soorten die verwant zijn aan gewassen, zogeheten Crop Wild Relatives (CWR) kunnen belangrijke eigenschappen bezitten waarmee ons voedsel kan worden verbeterd. Deze eigenschappen kunnen, soms met wat moeite, ingekruist worden in gewassoorten. In Nederland groeien 214 van deze gewas-gerelateerde wilde soorten. Voorbeelden zijn wilde verwanten van asperge, veldsla, wortel, kool, sla, braam, munt, pastinaak en karwij. Het is belangrijk dat deze wilde soorten beschikbaar zijn en blijven zodat ze gebruikt kunnen worden in veredeling.
Echter, CWR zijn niet goed vertegenwoordigd in genenbanken en daarnaast worden veel wilde soorten bedreigd in hun natuurlijke omgeving. Ook verwacht men dat de effecten van klimaatverandering een negatief effect op hun verspreiding zullen hebben. Om een inschatting te maken in hoeverre CWR in Nederland in de natuur bedreigd worden hebben onderzoekers ecologische niche modellering gebruikt. Hierbij worden geografische herkomstgegevens van plantmonsters, klimatologische data (temperatuur en neerslag) en klimaatveranderingsmodellen gebruikt om voorspellingen te maken over toekomstige verspreiding.
Conclusies niche modellering
In een in april 2020 gepubliceerd artikel presenteren onderzoekers van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) en van Biometris, beide van Wageningen University and Research de resultaten van dit onderzoek. De voornaamste conclusies zijn dat als gevolg van stijgende temperatuur en toenemende droogte van veel soorten het verspreidingsgebied niet alleen kleiner zal worden, maar ook naar het noorden zal opschuiven. Een groot effect wordt verwacht voor soorten uit het geslacht Vaccinium, met name voor kleine veenbes, die in veengebieden groeit. Veengebieden zijn zeer gevoelig voor langdurige droogte , zoals plaats vond in 2018 en 2019. Het waargenomen effect daarvan op de kleine veenbes bleek goed overeen te komen met de voorspellingen van de modellen. De gevolgen van klimaatverandering op CWR soorten zijn, in verschillende scenario’s bijeengebracht en zichtbaar gemaakt op www.CWRnl.nl.
Prioritering in veiligstellen soorten
Om CWR in Nederland te behouden kan door dit onderzoek een prioriteit gegeven worden aan de meest bedreigde soorten. Allereerst is er een prioritering gegeven binnen de rode lijst soorten op basis van de mate van verwantschap met gewassen, de status in buurlanden, en verwachte effecten van klimaatverandering of de verspreiding in Nederland en Europa. In de tweede groep, met thans onbedreigde soorten, zal prioriteit gegeven worden aan de soorten die het meest kwetsbaar zijn voor de effecten van klimaatverandering, zoals bovengenoemde kleine veenbes.
Er zijn nu slechts 19 taxonomische groepen van Nederlandse CWR in de collectie van het CGN opgenomen en beschikbaar voor gebruik. De onderzoekers benadrukken dat voor het opnemen van de grote variatie aan CWR veel expertise en capaciteit nodig zal zijn. Daarnaast zijn er soorten die niet in een reguliere genenbankcollectie beheerd kunnen worden. Voor deze soorten kan het opslaan van zaden van populaties als veiligheidsduplicaten een uitkomst zijn. Deze monsters kunnen gebruikt worden voor het herintroduceren als populaties verdwenen zijn. Het CGN zal in 2020 beginnen met het verzamelen en opslaan van CWR populaties volgens de in dit artikel vastgestelde prioritering. Daarnaast kunnen genenbanken als intermediair tussen terreinbeheerders en aanvragers een rol spelen in het beschikbaar maken van populaties die niet in collecties voorkomen.
(Foto: Gegroefde veldsla; Bron foto: CGN)