Nieuws

Knolcyperus, een lastig onkruid

Knolcyperus is een invasieve onkruidsoort die in de jaren '80 via de gladiolenteelt geïntroduceerd is. De soort vermeerdert zich snel en is lastig te bestrijden.

Knolcyperus (Cyperus esculentus), ook wel aardamandel genoemd, is een invasieve onkruidsoort die als lastig wordt beschouwd. De plant heeft zich in de jaren '80 vermoedelijk via gladiolenteelt geïntroduceerd en vormt een hardnekkig probleem omdat de soort zich snel vermeerdert. Knolcyperus behoort tot de cypergrassenfamilie. De grasachtige plant kan zich vermeerderen met uitlopers en knolletjes. Vakblad Management&Techniek besteedt in het artikel 'Knolcyperus voorkomen en bestrijden' aandacht aan dit probleemonkruid.

Knolletjes

De ongeveer 1 cm grote knolletjes beginnen vanaf begin mei bij een bodemtemperatuur van 12 °C te kiemen. Een knolletje kan in een groeiseizoen zo'n 2000 knolcyperusplanten voortbrengen die een oppervlakte van 10 m² kunnen innemen. Uit experimenten blijkt dat 100 knolcyperusplanten per m² in een maïsperceel kunnen zorgen voor een opbrengstderving van 8%. Knolcyperus concurreert niet alleen met andere planten om licht, water en voedingsstoffen, de soort kan ook een waardplant zijn voor insecten, schimmels, aaltjes en plantenvirussen.

Bestrijding

Bestrijding van knolcyperus is dus nodig, maar lastig. De beste bestrijding is daarom ervoor te zorgen dat niet-aangetaste percelen vrij blijven van knolcyperus. Transport van besmette grond naar niet-besmette percelen is de grootste boosdoener, aldus het vakblad. Je moet daarom besmette percelen als laatste bewerken en bij het verlaten van het perceel de machines reinigen. In maïsland is chemische bestrijding noodzakelijk.

(Bron Flickr Foto NY State IPM Program at Cornell University)

Links

(1)