Koers naar een duurzame konijnenhouderij
Konijnenhouderij in Nederland
Voor dierenbeschermingsorganisaties en de retail zijn konijnenvlees en het welzijn binnen de konijnenhouderij aandachtspunten. Zij stellen steeds meer eisen aan de wijze waarop er geproduceerd wordt. Niet alleen in Nederland, maar ook in België en Duitsland, waar veel van het Nederlandse konijnenvlees naartoe gaat. Om hierin tegemoet te komen heeft de sector een aantal jaren geleden samen met overheid en de Dierenbescherming een welzijnsverordening opgesteld, waarmee konijnenhouders stapsgewijs toewerken naar hoger dierenwelzijn, o.a. met welzijnskooien. Ook experimenteren ondernemers met parkhuisvesting, waarbij de konijnen in grotere groepen in hokken zitten. Beide ontwikkelingspaden bieden verbeteringen ten opzichte van het traditionele systeem. Daarmee is echter een duurzame toekomst voor de konijnenhouderij nog niet gewaarborgd. Zo geven sommige dierenbeschermers en supermarkten aan dat zij niet te spreken zijn over konijnenvlees uit welzijnskooien. Het parksysteem wordt beter gewaardeerd, maar doet concessies aan werkbaarheid en biedt nog geen huisvesting voor voedsters.
Duurzame konijnenhouderij
In opdracht van het ministerie van Econimische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) is Wageningen UR Livestock Research in 2010 gestart met het project Konijnen op Koers. De missie: zet de koers voor een duurzame konijnenhouderij uit. De onderzoekers hebben met verschillende partijen uit de konijnensector en dierenwelzijnsorganisaties concepten uitgewerkt die nu in de praktijk gebracht kunnen worden. Het gaat dan van de inrichting van de stallen tot milieumaatregelen en de zichtbaarheid van de sector. In het rapport ‘Konijnen op Koers’ zijn de bouwstenen voor een duurzame konijnenhouderij beschreven. De methode die is gebruikt is in andere sectoren ook toegepast. De Rondeelstal voor kippen of het project Varkansen voor innovatieve varkensstallen zijn hier voorbeelden van.
Behoeften inventarisaties
Om beweging te creëren in de praktijk richting een duurzame konijnenhouderij, zijn eerder de behoeften van de vier belangrijkste spelers in de konijnenhouderij – konijn, konijnenhouder, milieu en maatschappij – in kaart gebracht. Voor het konijn worden de volgende behoeftes genoemd:
- Rusten: Gezamenlijk onverstoord, comfortabel en veilig kunnen liggen;
- Bewegen en spelen: Voldoende ruimte en de juiste ondergrond om naar behoeven te kunnen dartelen, hoppen, springen en zigzaggen;
- Zelfverzorging: Voldoende ruimte om zich te kunnen verzorgen door krabben, rekken of wassen; het liefst tijdens het rusten;
- Seksueel gedrag: Frequente voortplanting afgewisseld met rust;
- Nestbouwgedrag: Een eigen nest kunnen bouwen;
- Maternaal gedrag: Het eigen nest kunnen bezoeken om te zogen, maar ook de mogelijkheid tot afzondering van het nest;
- Excretie: Kunnen mesten en urineren buiten de rustplaats;
- Thermoregulatie: Een omgeving die niet te koud of te warm en niet droog of te vochtig is; en die vrij is van tocht;
- Verzadiging: Gezamenlijk onverstoord en naar behoeven kunnen eten en drinken;
- Sociaal gedrag: Samen met andere konijnen kunnen zijn;
- Schuilgedrag: Mogelijkheid om zich in (vermeende) onveilige situaties te kunnen terugtrekken en te schuilen;
- Veiligheid en gezondheid: Geen angst en ongerief ervaren.
(Bron foto: Konijnen op Koers)