Kwekersrecht of octrooirecht
Het octrooi op planteneigenschappen blijft niet zonder gevolgen, kopt vakblad Onder Glas in september in een achtergrondartikel over plantenveredeling. Veredelaars werkten jaren lang met het kwekersrecht dat hen beschermde tegen ongeoorloofde vermeerdering en verkoop van de rassen die ze ontwikkelden. Maar het kwekersrecht lijkt plaats te maken voor het octrooirecht. Dat zorgt voor veel discussie.
Discussie
Het kwekersrecht is in 1941 geïntroduceerd om kwekers te beschermen. Ze kunnen hun ontwikkelde rassen registreren en krijgen gedurende een bepaalde tijd, meestal 25 jaar, een bepaalde exclusiviteit. Veredelaars mogen elkaars rassen wel gebruiken voor kruisingsdoeleinden. Dit recht is in 1961 internationaal geregeld door de Union Internationale pour la Protection de Obtentions Végétales (UPOV).
Door de opkomst van de biotechnologie bleek het kwekersrecht niet langer afdoende. Omdat bedrijven met heel specifieke technologie nieuwe eigenschappen van planten ontwikkelen, leek het octrooirecht meer van toepassing. Eind jaren tachtig werd in de Verenigde Staten een eerste, met genetische modificatie ontwikkeld plantenras gepatenteerd. Maar plantenrassen die onder de octrooiwet vallen, kennen geen kwekersvrijstelling. Andere veredelaars kunnen die planten niet gebruiken voor veredelingsdoeleinden. Het levert veel discussie op. Er zijn voor- en tegenstanders van het octrooirecht. De meningen zijn verdeeld.
Balans
Wat het probleem is, legde Gerard Meijerink van Syngenta op 27 oktober uit in Dronten tijdens een inspiratiesessie over Innovatie in veredeling. Het kwekersrecht en octrooirecht zijn verschillend, zo zegt hij, maar je hebt ze allebei nodig. Met het kwekersrecht bescherm je de hele plant. Je beschermt een variëteit met een volledige set aan eigenschappen. Het octrooirecht beschermt een specifieke innovatieve eigenschap die je als veredelaar met veel kosten ontwikkeld hebt.
Zou je als ontwikkelaar alleen gebruik kunnen maken van het kwekersrecht, dan levert dat problemen op voor de bedrijven die moderne technologieën toepassen. Hun met veel kosten ontwikkelde vindingen zijn dan niet beschermd. Het zou kunnen leiden tot geheimhouding, tot minder uitwisseling van kennis. Innovatie in de verdeling zou dan belemmerd worden, zo betoogt hij.
Het is daarom zaak te zoeken naar een balans tussen beide vormen van recht. Een balans tussen openbaarheid van kennis, toegang tot informatie en het met elkaar delen van de benefits. Er is veel in gang gezet om de transparantie te verbeteren. Zo is er de Pinto database van ESA, een database met informatie van alle variëteiten waarin octrooien spelen. En om open innovatie te bevorderen hebben groenteveredelingsbedrijven het International Licensing Platform (ILP) opgericht. Meijerink heeft er vertrouwen in dat veredelaars er gezamenlijk uitkomen.
(Bron foto: Michel Kleefman)