Landschap verdient volwaardige plek in beleid
Door verstedelijking, windmolens, zonneparken, de komst van data- en distributiecentra en de schaavergroting in de landbouw is het landschap de afgelopen dertig jaar sterk veranderd, schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving in het rapport Zorg voor landschap.
Zorgen
Zo is het areaal bebouwd gebied in 30 jaar toegenomen van 12 naar 16%, het aantal windmolens op land is gestegen van 300 in 1990 tot ruim 2.000 in 2019. In 2017 waren er in Nederland 22 zonneparken van meer dan 1 megawatt, nu zijn dit er 80. En door efficientieverbetering in de landbouw zijn veel landschapselementen zoals sloten, bomen en houtwallen verdwenen.
Het is een zorgelijke ontwikkeling, schrijft het planbureau. Omdat er komende decennia nog veel ruimteclaims komen voor woningbouw, infrastructuur, nieuwe bedrijven, energietransitie, klimaatadaptatie en natuurontwikkeling, zal het landschap blijven veranderen.
Beleid
Zorgelijk is - zo schrijft het planbureau - dat het landschapsbeleid sinds 2012 is gedereguleerd. De zorg voor het landschap is niet voldoende geborgd in de Omgevingswet. Om te voorkomen dat je over tien of twintig jaar moet constateren dat het landschap zich op een ongewenste manier heeft ontwikkeld, moet het landschap een volwaardige plek krijgen in het omgevingsbeleid.
Dat zou nu kunnen, aldus het PBL. Het kabinet werkt nu aan een Beleidsbrief Landschap als aanvulling op de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Ook kunnen er in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de EU belangrijke stappen gezet worden naar een landschapsinclusief omgevingsbeleid.
Zo zouden maatregelen voor kringlooplandbouw en de herziening van het GLB goed gekoppeld kunnen worden aan landschapsontwikkeling. De transities voor energie, landbouw, verstedelijking, klimaat met bijbehorende ruimteclaims zou je kunnen verbinden aan landschappelijke opgaven of kunnen inpassen in het landschap.
(Bron foto: Shutterstock)