Lesmateriaal mbo: huisvesting melkvee
Wikiwijs is een onderwijsplatform waar leraren digitale leermiddelen kunnen zoeken, vinden, hergebruiken, maken en delen. Dit lesmateriaal is grotendeels gratis te gebruiken. Deze Wikiwijs gaat over Huisvesting van melkvee. Het materiaal is bedoeld voor de eerste en tweede klas van het mbo-niveau 3 en 4. Voor de hogere mbo-klassen en de eerstejaars studenten van het hbo kan het als naslagwerk worden gebruikt. Het arrangement bestaat uit 6 hoofdstukken. Gebruik wordt gemaakt van de Brochure Moderne huisvesting Melkvee en van het Moduulboek huisvesting melkvee 2014-2015
Welzijn en huisvesting
Het eerste hoofdstuk gaat over het welzijn van de koe en de huisvesting. Omdat ons melkvee voor een groot deel van de tijd in stallen verblijft, is de inrichting van de stal erg belangrijk voor het welzijn van de koe. Goede stallen leveren comfort en zijn hygiënisch. Een goed veehouderijsysteem moet aangepast zijn aan de biologische behoeften van het vee. De vijf vrijheden van de koe refereren aan deze biologische behoeften. Deze vrijheden zijn:
- vrij zijn van dorst, honger en onjuiste voeding
- vrij zijn van fysiek en fysiologisch ongemak
- vrij zijn van pijn, verwonding en ziektes
- vrij zijn van angst en chronische stress
- vrij zijn soorteigen gedrag te vertonen
Inrichting stal
Het tweede hoofdstuk gaat over de inrichting van de stal. Op dit moment zijn in Nederland de ligboxstal en de grupstal de stallen die voldoen aan de eisen van de overheid. De ligboxstal is de meest gebruikte. In deze stal zijn de lig- en de loopruimtes gescheiden. De speciale ligruimtes zorgen ervoor dat koeien minder in hun eigen mest liggen. De ligruimtes moeten minimaal 2,35 meter lang en 1,15 meter breed zijn.
De loopvloer in de loopgedeeltes mogen niet te glad zijn om uitglijden van de dieren te voorkomen. Te ruwe vloeren daarentegen zorgen ervoor dat de klauwen te snel slijten en de zolen dun en gevoelig worden. De voorkeur hebben vloeren met een zeshoekig ruitprofiel of een zachte toplaag. Verder van belang zijn voldoende vreetplaatsen. Liefst een vreetplaats per dier. Een stal moet verder een goede luchtkwaliteit en voldoende ventilatie hebben.
Melksystemen en stalsystemen
In het derde hoofdstuk wordt gekeken naar verschillende manieren om de koeien te melken. Bij nieuwbouw kiest de helft van de veehouders voor een automatisch melksysteem en de andere helft voor een grote melkstal. Bij een automatisch melksysteem moeten de koeien zelf naar de melkplaats komen. Meestal is die melkplek tussen de vreetruimte en de ligruimte. Veehouders die voor een melkstal kiezen, hebben dus een aparte stal speciaal voor het melken van de koeien.
In het vierde hoofdstuk gaat het over de verschillende soorten stallen waar je voor kunt kiezen. Voor het bouwen van stallen kun je kiezen uit verschillende prototypes. Het grootste verschil zit hem met name in de dakconstructies en de mate van openheid van een stal.
Hoofdstuk vijf en zes bestaan uit opdrachten voor de leerlingen.
(Bron foto: Shutterstock)