Nieuws

Maatregelen om uitstoot stikstof te beperken krijgen vorm

Modern open Dutch farm - INTREEGUE Photography via Shutterstock
Bron foto: INTREEGUE Photography (Shutterstock license)
De maatregelen om de stikstofuitstoot door de landbouw terug te dringen, beginnen vorm te krijgen. De grote besluiten over een structurele ingrepen komen voor rekening van een nieuw kabinet. Daarbij stuurt demissionair minister Schouten aan op een gebiedsgerichte aanpak.

Het pakket maatregelen voor de landbouw is omvangrijk. Van het stimuleren van meer koeien in de wei om de mest te scheiden tot minder eiwitrijk voer voor de dieren. Maar ook beëindigingsregelingen worden zowel sectoraal, landelijk als provinciaal verder uitgerold.

Om de stikstofuitstoot via de mest te beperken, wordt geïnvesteerd in duurzame stalsystemen, centrale mestverwerking en het verdunnen van de mest. Ook zet het huidige kabinet in op een overstap naar duurzamere landbouwsystemen, zoals kringlooplandbouw.

Bindende afspraken

In de wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn) is bindend vastgelegd hoe voor stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden de stikstofdepositie onder kritische depositiewaarden (KDW) moet zijn gebracht. In 2025 moet dit gelden voor ten minste 40 procent van de hectares, in 2030 voor de helft van het areaal en in 2035 voor bijna driekwart.

Het verwachte stikstofeffect van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen is lager dan van te voren ingeschat. Dat komt onder meer door minder deelnemers dan vooraf ingeschat. De openstelling van een landelijke beëindigingsregeling voor veehouderijlocaties wordt na de zomer van 2022 verwacht. Rond die tijd loopt de provinciale aankoop van veehouderijen nabij natuurgebieden af, blijkt uit een overzicht van maatregelen.

Uitstoot gericht aanpakken

Het kabinet laat ook onderzoeken op welke plekken in Nederland een lagere uitstoot uit de landbouw de natuur het meest verbetert. Het RIVM becijferde dat het zo’n 15 tot 39 procent effectiever is om de uitstoot gerichter aan te pakken dan de uitstoot van elk landbouwbedrijf in Nederland te verminderen. Hoe dichter een landbouwbedrijf bij een natuurgebied ligt, hoe groter het effect op de depositie in dat gebied is.

Het RIVM adviseert om niet alleen te sturen op minder overschrijdingen van de maximaal aanvaardbare stikstofbelasting van de natuur, de zogenaamde kritische depositiewaarde, maar ook te kijken hoe de kwaliteit van de natuur zich ontwikkelt.

Gebiedsgericht aanpakken

In een Kamerbrief benadrukt demissionair LNV-minister Carola Schouten dat het kabinet nog geen definitieve plannen heeft voor een verdere aanpak van de stikstofproblematiek. ‘Maar wel is duidelijk dat de opgaven en kansen per gebied anders zijn. Daarom is bekeken of een gebiedsgerichte aanpak, waarbij de aanpak dus bepaald wordt op de opgaven en kansen in een gebied, zinvol is’, schrijft de bewindsvrouw.

Volgens haar kan de inzet van maatregelen, zoals opkoopregelingen voor de landbouw, in het ene gebied relevanter zijn dan in een ander gebied. De krimp van de veestapel die in verschillende rapporten wordt genoemd, is geen doel op zich, maar is wel het waarschijnlijke resultaat van de maatregelen.

Nederland in zones

In de essay buigen wetenschappers van Wageningen University & Research zich over de gebiedsgerichte aanpak, oftewel de ‘ABCD-benadering’. Door Nederland in zones in te delen kan voor agrarisch ondernemers duidelijkheid komen over de mogelijkheden voor de langere termijn. Daarbij tekenen de wetenschappers aan dat ‘niet alles overal kan’.

De wetenschappers wijzen erop dat veel boeren, binnen de mogelijkheden die ze hebben, al een omslag hebben gemaakt. En dat toekomstig stikstofbeleid grote consequenties heeft: niet alleen voor een deel van de boeren, maar ook voor de agrarische infrastructuur en agrarische bedrijvigheid in een gebied.

Gericht omschakelen

Het is volgens de essay van belang dat agrarisch ondernemers duidelijkheid krijgen over de meerjarige toekomstperspectieven van een bepaalde keuze in de specifieke situatie. Ze zien daarbij een grote rol voor de overheid om ook in gesprek te gaan met agrarische ondernemers over hun toekomstvisie in een gebied. https://edepot.wur.nl/557462

De stappen die boeren kunnen zetten in een gebied zijn gericht omschakelen naar een toekomstbestendige bedrijfsvoering; het verplaatsen naar een gebied dat beter past bij de beoogde bedrijfsvoering, inclusief opties tot landruil; of het tijdig beëindigen, al dan niet met steun van de overheid.

Aandacht voor waterkwaliteit

Het Planbureau van de Leefomgeving wijst op de mogelijke nadelen van de stikstofaanpak op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Dat zou kunnen verslechteren als melkveebedrijven plaatsmaken voor akker- en tuinbouw in gebieden waar relatief veel uitspoeling van nutriënten is. De maatregelen in het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn zijn nog onvoldoende om ook aan de Kaderrichtlijn Water in 2027 te voldoen, constateert het Planbureau.

Aanvullende maatregelen zijn een milieugerichte optimalisering van precisielandbouw bij kapitaalintensieve gewassen of een gericht teeltverbod van extreem uitspoelingsgevoelige gewassen in specifieke gebieden. Ook een extensieve landbouw met minder fosfaten of alternatieve vormen van waterberging zijn mogelijkheden, staat in een memo van Wageningen Environmental Research.

Bronnen

(6)