Nieuws

Meer biodiversiteit met mini-bosjes

De biodiversiteit in de Zaanse mini-bosjes of 'Tiny Forests' is groter dan in in een aangrenzend ouder bos. Een kenmerk van die kleine bosjes is dat er op een klein oppervlak veel bomen geplant zijn. Op een oppervlak van iets meer dan 200 m² zijn ongeveer 600 bomen van 40 soorten geplant.

Een 'Tiny Forest' is een dichtbegroeid bos van ongeveer een tennisbaan groot. Om een zo hoog mogelijke biodiversiteit te krijgen, plant je een groot aantal boomsoorten in een hoge dichtheid. In de eerste mini-bosjes die in 2015 in Nederland aangeplant zijn, vind je op een kleine oppervlakte zo'n 600 bomen. Het eerste bosje was 'Het Groene Woud' dat in het Zaanse Darwin Park werd aangelegd. Een tweede bosje in Zaanstad is het 'Gouwse Bos'. De namen werden bedacht door basisschoolleerlingen die de bosjes ook geadopteerd hebben.

Tiny Forest

Het concept van de 'Tiny Forest' is bedacht door de Indiase ingenieur Shubhendu Sharma. Hij heeft in landen als India, Pakistan, Oman en Amerika al zulke mini-bosjes aangelegd. In Nederland pakte IVN dit idee op en startte het project 'Tiny Forests'. Inmiddels zijn er in ons land al zo'n zeven Tiny Forests aangelegd, zo laat een kaart zien die door IVN wordt bijgehouden. De vraag is of die mini-bosjes echt een bijdrage leveren aan de biodiversiteit. Onderzoekers van Wageningen Environmental Research brachten met hulp van vrijwilligers de biodiversiteit van de Zaanse bosjes in beeld.

Biodiversiteit

Het onderzoeksrapport 'Tiny Forest Zaanstad' laat zien dat de biodiversiteit in de beide bosjes groter is dan in het nabijgelegen referentiebos. De vrijwilligers telden in de bosjes zowel meer soortgroepen als meer individuen. Het feit dat die bosjes zich in een bestaand park bevinden, heeft er toe bijgedragen dat zoveel soorten de bosjes hebben weten te bereiken, zegt onderzoeker Fabrice Ottburg in een bericht op Nature Today. Hij zou ook willen weten hoe de biodiversiteit zich ontwikkelt in een bosje dat zich in een meer stedelijke omgeving bevindt.

Citizen science

De onderzoekers wilden ook weten of het mogelijk is een goed beeld te krijgen door de inzet van vrijwilligers of 'Citizen science'. Het rapport laat zien dat dit goed kan. Maar om een goed beeld te krijgen heb je wel een grote groep vrijwilligers nodig. En de soortenkennis van de vrijwilligers bepaalt de mate waarin je gedetailleerde informatie kunt verzamelen. Wil je over verschillende soortgroepen meer informatie verzamelen, dan vergt dat facilitering en meer training van de vrijwilligers.

(Bron foto: MaxPixel )