Nieuws

Meer erfelijke aandoeningen bij rashonden dan bij kruisingen

Bij de Chihuahua, Franse Bulldog en Labrador Retriever komen meer erfelijke aandoeningen voor dan bij kruisingen. Hetzelfde geldt voor de Perzische kat vergeleken met de huiskat. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht.

Vier rassen onderzocht

Tijdens de begrotingsbehandeling in november 2011 is toegezegd dat jaarlijks onderzoek zal worden verricht naar welzijns- en gezondheidsproblemen bij twee gezelschapsdierenrassen. De Chihuahua en de Franse Bulldog zijn als eerste onder de loep genomen. Aan dit onderzoek zijn naar aanleiding van een motie van de PvdD twee dierrassen toegevoegd om het onderzoek te versnellen: Labrador Retriever en Perzische kat. Voor deze rassen is het onderzoek - uitgevoerd door de Faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht - gereed en is vastgesteld in welke mate bepaalde schadelijke raskenmerken en erfelijke ziekten voorkomen.

Aandoeningen

In het onderzoek zijn metingen uitgevoerd in eerstelijns dierenklinieken om een zo representatief mogelijk beeld van de Nederlandse populatie te verkrijgen. De populaties van de genoemde rassen werden vergeleken met een controlegroep, voor de hond bestaande uit kruisingen (ook wel bastaard of vuilnisbakkenras genoemd) en voor de kat uit Europese Kortharen (de ‘gewone huiskat’). Vergeleken met kruisingen komen bij de rassen meer erfelijke aandoeningen voor:

  • Chihuahua: knieproblemen (met name ontwrichting van de knieschijf), geboorteproblemen (door obstructie of weeënzwakte) en een te lage bloedsuikerspiegel bij pups;
  • Franse Bulldog: problemen aan voorste luchtwegen, oren, wervelkolom, ogen en geboorteproblemen;
  • Labrador Retriever: problemen aan de extremiteiten, waarbij het merendeel van de klachten elleboogdysplasie en heupdysplasie betreft;
  • Perzische kat: meer problemen aan de nieren, huid en (vooral) ogen dan bij de gewone huiskat.

In de vervolgfase van het onderzoek zal nog een viertal rassen onderzocht worden; de hondenrassen Cavalier King Charles Spaniël de Berner Sennenhond en de Hollandse Herder en een kattenras, de Maine Coon. De resultaten van het vervolgonderzoek worden medio 2015 verwacht.

Verantwoordelijkheid fokker en consument

In overleg met Het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren (LICG) en de overkoepelende organisaties van honden- en kattenfokkers worden de resultaten van dit onderzoek onder de aandacht van de consument gebracht. Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken wil dat fokkers zich nog meer organiseren en ook bijdragen aan het oplossen van erfelijke aandoeningen bij rashonden. De Raad van Beheer, de koepelorganisatie voor de rashonden met stamboom, werkt al samen met diverse betrokken partijen uit de gezelschapsdierensector aan de opzet van een gezamenlijk projectplan om te komen tot gezonde en socialere honden in Nederland. De staatssecretaris noemt het invoeren van een keurmerk en DNA-test een ‘eerste stap in de goede richting’.


(Bron foto: Wikimedia, Werwin15)