Meer natuurinclusieve landbouw in onderwijs
Het Ministerie van Economische Zaken vindt het belangrijk dat de landbouw niet alleen voldoende voedsel produceert, maar dat die productie ook duurzaam gebeurt. Agrarisch ondernemers zouden in hun bedrijfsvoering ook rekening moeten houden met landschap, natuur- en milieuwaarden. In de Rijksnatuurvisie, die de overheid in 2014 uitbracht, worden natuur en landbouw als vanzelfsprekende partners genoemd. In die visie werd het begrip natuurinclusieve landbouw geïntroduceerd als een vorm van landbouw met een zo klein mogelijk negatief effect op de natuur en een zo groot mogelijk positief effect van de natuur op de bedrijfsvoering.
Onderwijs
Die gedachte vraagt om een andere benadering van ondernemerschap. Wil je dat andere ondernemerschap ontwikkelen, dan is er een belangrijke rol weggelegd voor het agrarisch onderwijs. Dat is de reden waarom het ministerie aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de opdracht gaf om met de agrarische mbo's en hbo's te verkennen wat er mogelijk is. In hoeverre is natuurinclusieve landbouw in het agrarisch onderwijs opgenomen? Welke mogelijkheden er zijn om dit op de korte en middellange termijn verder in het onderwijs in te bedden? Het RVO interviewde daarom vertegenwoordigers van agrarische scholen, mbo en hbo, en hun omgeving. Het resultaat van die verkenning is gepubliceerd in het onlangs verschenen rapport 'Natuurinclusieve landbouw in agrarisch onderwijs'.
Kennis
Alle geïnterviewden zien dat een toekomstgerichte landbouw rekening houdt met de omgeving en met maatschappelijke opgaven. Duurzame productie maakt daar vanzelfsprekend deel van uit en dat moet ook terugkomen in het agrarisch onderwijs. Kennis is essentieel. Natuurinclusieve landbouw zou daarom geïntegreerd moeten worden in vakken als plantenteelt, bodemkunde, gewasbescherming, veehouderij, voedingsleer en gezondheidsleer. Bovendien moeten studenten andere vaardigheden ontwikkelen. Zo moeten ze leren in netwerken en zich trainen in visievorming.
Maar tegelijkertijd geven zowel docenten van hbo- als mbo-scholen aan dat ze enige schroom hebben om natuurinclusieve landbouw op te nemen. Het thema roept weerstand op bij studenten en hun ouders. Vertegenwoordigers van mbo-scholen denken dat het goed zou zijn het onder een andere term op te nemen in het onderwijs.
Lesmateriaal
Bereidheid om er aandacht aan te besteden, is er wel. Hbo-scholen richten zich met een aantal lectoraten en opleidingen op aspecten van natuurinclusieve landbouw, denk aan de lectoraten weidevogels, bijen en duurzaam bodembeheer en de opleiding toegepaste biologie. En op het mbo is er aandacht voor het thema in projecten gastlessen, stages of bedrijfsbezoeken. Maar het zou beter kunnen, vinden de geïnterviewden.
Het zou helpen als er op korte termijn lesmateriaal ontwikkeld wordt. De ontwikkeling van het Dossier Natuurinclusieve Landbouw van Groen Kennisnet is een eerste aanzet om kennis te delen. Wil je op lange termijn natuurinclusieve landbouw in het onderwijs opnemen dan zouden dit in de eindtermen van de kwalificatiedossiers van akkerbouw, veeteelt en melkveehouderij opgenomen moeten worden. Een advies is dat de overheid regie moet voeren op de ontwikkeling van natuurinclusieve landbouw en daar ook geld voor beschikbaar te stellen om het op een vlotte manier levensvatbaar te maken.
(Bron foto: Pixabay)