Nieuws

Meer zaadvaste rassen voor biologische teelt

Voor biologische teelt van groenten en tarwe is een te beperkt aantal rassen beschikbaar. Het driejarig onderzoeksproject 'Divers en dichtbij' laat zien dat er enkele interessante zaadvaste rassen beschikbaar zijn.

Er zijn voor biologische telers maar weinig rassen beschikbaar van granen en groenten die aangepast zijn aan de biologische teeltomstandigheden, rassen die goed produceren zonder toepassing van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Om meer geschikte rassen te vinden, voerde Het Louis Bolk Instituut samen met diverse partners een driejarig praktisch onderzoeksproject 'Divers en dichtbij' uit. Het onderzoeksrapport 'Werken aan diversiteit in tarwe en groenten' laat zien dat er interessante rassen beschikbaar zijn.

Praktijkproef

Het project richtte zich enerzijds op verschillende groenten zoals wortel, rode biet, pastinaak, courgette, uit, prei en witte kool en anderzijds op de selectie van geschikte baktarwe. Van de groenten zijn selecties van zaadvaste rassen uitgezaaid in een proeftuin. Na een selectie op hun groei-eigenschappen, opbrengst en smaak, werden de meest geschikte rassen in het tweede jaar in een praktijkschaal getest. Voor de selectie van de tarwerassen werden nieuwe tarwerassen bij biologische telers beproefd en - met hulp van bakkers en consumenten - beoordeeld op de baktarwekwaliteit.

Groenten

Uit het onderzoek met groenten blijkt dat er wel zaadvaste rassen beschikbaar zijn, maar dat het aantal toch wel beperkt is. Zaadvaste rassen zijn rassen waarvan de nakomelingen die uit zaad worden opgekweekt, nauwelijks afwijken van de moederplanten. Die rassen hebben een grotere genetische diversiteit - anders dan de in de in de gangbare teelt veel gebruikte F1-hybride rassen - ze zijn minder uniform en de opbrengst is soms wat lager. Het project heeft voor wortel, rode biet, pastinaak, courgette en ui toch interessante rassen opgeleverd.

Tarwe

De tarwe die voor de Nederlandse biologische broden wordt gebruikt, komt vaak uit het buitenland. Er zijn maar weinig Nederlands rassen met goede bakkwaliteit, eigenlijk is er maar een geschikt ras: 'Lavett'. Dat is een te kwetsbare situatie, vinden de initiatiefnemers. Voor tarwe zijn verschillende populaties getest. Een populatie is wat anders dan een ras. In het rapport wordt uitgelegd dat een populatie diverser is, en meestal bestaat uit planten die het resultaat zijn van kruisingen tussen verschillende ouders. Een voordeel van een populatie in vergelijking met een modern uniform tarweras, is de betere oogststabiliteit.

Van de geteste populaties zijn er maar weinig die genoeg bufferend vermogen hebben om met een hoge ziektedruk om te gaan. Gele roest blijkt een probleem. Er is een populatie die een redelijke opbrengst levert. Als het in die populatie lukt de resistentie tegen gele roest te verbeteren, dan biedt die populatie een goed perspectief voor de biologische teelt van baktarwe.

(Bron foto: Pixabay)