Nieuws

Melkveehouders verlagen ammoniakuitstoot met 15% door déze aanpak

Koe eet gras, Harry Kolenbrander, project Netwerk Praktijkbedrijven
Bron foto: Harry Kolenbrander, project Netwerk Praktijkbedrijven
Samenvatting
  • Onderwerp
    ammoniakuistoot, emissies
  • Interessant voor
    veehouders, bedrijfsadviseurs, beleidsmakers
Bekijk de bronnen
De deelnemers van Netwerk Praktijkbedrijven zijn volop aan de slag met het reduceren van ammoniak- en methaanemissies. Sinds 2020 daalde de ammoniakuitstoot met gemiddeld 11,5% per bedrijf, terwijl de veestapel én het aantal kilo’s melk respectievelijk met 4,4% en 4% stegen*. Per grootvee-eenheid (GVE) werd zelfs een reductie van 15,3% behaald. Voor methaanemissie viel de reductie lager uit; per deelnemend bedrijf steeg de emissie zelfs met 1,9%. Per GVE of liter melk daalde de CH4 emissie wel met ruim 4%. De uitstoot van methaan verminderen blijkt complexer; er zijn soms tegenstrijdigheden. Niet alles wat goed is voor methaan, is ook goed voor ammoniak. Waar doe je goed aan?

Technisch én praktisch haalbaar

De resultaten zijn berekend aan de hand van de KringloopWijzer die melkveehouders jaarlijks invullen. De deelnemers van Netwerk Praktijkbedrijven laten zien dat melkveehouders met managementmaatregelen ammoniakemissies kunnen reduceren. Om de uitstoot van ammoniak te verlagen, zijn de deelnemers de afgelopen jaren aan de slag gegaan met maatregelen zoals het verlagen van het ruw eiwitgehalte in het rantsoen, het verminderen van het aantal stuks jongvee, het verhogen van VEM en het verlagen van de EF.

Voor het verlagen van methaanemissies zijn maatregelen zoals het verhogen van het aandeel vers gras in het rantsoen, meer snijmais met een hoog percentage zetmeel en minder krachtvoer effectief. Ook kunnen aanpassingen in het stalmanagement, zoals water toevoegen aan de mest, het soort boxenstrooisel en minder spoelwater in de mestkelder bijdragen aan een vermindering van de uitstoot van methaan.

Win-win situatie

Voor melkveehouders zijn maatregelen interessant als ze naast milieuwinst ook financieel voordeel opleveren. Eén van de deelnemers, melkveehouder Leendert, gaf aan dat bijvoorbeeld het verbeteren van voerefficiëntie ook goed is voor zijn portemonnee: “Een koe die lekker in haar vel zit, produceert meer melk. Dat maakt het economisch interessant.” Het verbeteren van de ruwvoerkwaliteit en het verminderen van krachtvoer verlaagt niet alleen de emissiefactor in het rantsoen. Het leidt ook tot een hogere melkproductie, minder kosten voor krachtvoer en een lagere mestproductie.

Rekenregels veranderen

In 2023 werd bij de deelnemende bedrijven nog een reductie van 19,5% ammoniak ten opzichte van 2020 gerapporteerd. Door de nieuwe rekenregels in de KringloopWijzer van 2024 valt dat reductiepercentage nu lager uit. Toch zegt deze lagere emissiereductie ‘op papier’ ten opzichte van het jaar ervoor weinig over de effectiviteit van de maatregelen die zijn genomen.

30% emissiereductie realistisch?

Bij de start van het project Netwerk Praktijkbedrijven werd het doel gesteld om de uitstoot van ammoniak en methaan met dertig procent te verlagen. De deelnemers laten zien dat managementmaatregelen, zoals aanpassingen in het rantsoen en de stal, een groot effect hebben op verlaging van de uitstoot.

Toch lijkt dertig procent reductie, met nog een klein projectjaar te gaan, best ver weg. En dat terwijl de inzet van de deelnemers groot is. Dit heeft niet alleen te maken met de afhankelijkheid van goede omgevingsfactoren, zoals het weer, maar is ook logisch te verklaren volgens projectleider Léon: “De deelnemers van Netwerk Praktijkbedrijven zijn vaak bedrijven die al vóór hun deelname aan de slag waren met emissiereductie. Die eerste winst is niet meegenomen in de cijfers, omdat dit al vóór de start van het project is gerealiseerd. Daarnaast worden in de berekeningen van de KLW niet alle stalmaatregelen meegenomen. De totale reductie kan dus hoger zijn dan die berekend met de KLW. Dat tonen stalmetingen ook aan.”

*Disclaimer: De cijfers zijn gebaseerd op 40 bedrijven in 2020 en 39 bedrijven in 2024, in verband met een stoppende deelnemer. In de cijfers van 2024 zijn twee afbouwende/stoppende bedrijven meegenomen en twee bedrijven die omschakelden naar biologisch. De resultaten uit de Kringloopwijzer 2020 en 2024 zijn berekend met de Kringloopwijzer versie 2024.12.

Bron artikel: Netwerk Praktijkbedrijven