Nieuws

Milieu-impact voedsel daalt licht door omschakeling naar plantaardig dieet

plantaardige proteïne - Tatjana Baibakova via Shutterstock
Bron foto: Tatjana Baibakova, Shutterstock (Shutterstock license)
Samenvatting
  • Onderwerp
    milieu-impact, plantaardig dieet, eiwittransitie
  • Interessant voor
    voedingsspecialisten, veehouders
Bekijk de bronnen
De milieu-impact van onze voedselproductie gaat de komende jaren dalen. Dat komt hoofdzakelijk door de verandering van ons voedingspatroon. In plaats van hoofdzakelijk dierlijke eiwitten gaan we steeds meer plantaardige eiwitten eten. Ook zal de Nederlandse veestapel krimpen als gevolg van stikstofmaatregelen, zo is de verwachting.

Een studie van Wageningen Economic Research brengt verschillende scenario’s tot 2030 in beeld. Daarbij is gekeken naar de neveneffecten van voedselproductie. Het gaat bijvoorbeeld om milieuaspecten (natuurlijk kapitaal), dierenwelzijn (sociaal kapitaal) en gezondheid (humaan kapitaal). Vooral op de thema’s landgebruik en klimaat voorspellen de onderzoekers een verbetering, die deels weer teniet wordt gedaan door een groeiende bevolking.  

Aan de toekomstige voedselproductie in Nederland kleven veel onduidelijkheden. Allereerst is het de vraag hoe het uitgestippelde overheidsbeleid rondom stikstof in de praktijk uitpakt. Dat zou wel of niet tot een forse krimp van de veestapel kunnen leiden. Ook rondom diergezondheid is nog veel onzeker, zoals welke impact het voorkomen van en de verspreiding van dierziekten bij dieren en zoönosen bij mensen precies heeft.  

De impact op de gezondheid van mensen noemen de onderzoekers ‘positief, maar van beperkte omvang’. In dit decennium verandert het voedselpatroon vooral door de daling van de consumptie van met name roodvlees en verwerkt vlees. Dit als gevolg van de toegenomen aandacht voor een gezond voedingspatroon. Ook het lagere gebruik van antibiotica in de veehouderij kan een positief effect hebben op mensen. 

Duurzame productieketens 

In de studie wordt ook een aanzet gegeven tot True Cost Accounting. Dat is een rekenmethodiek om waardes als natuurlijk kapitaal en sociaal kapitaal in geld te kunnen meten. Daar nauw mee verbonden is het begrip true pricing, waarbij alle maatschappelijke kosten rondom de productie aan consumenten wordt doorberekend. Daardoor zou bijvoorbeeld voedsel dat van ver komt en een grote milieu-impact heeft, veel duurder worden. De prijzen van lokaal geteelde groentes dalen juist. Ook krijgen boeren en tuinders bij ‘een faire prijs’ een eerlijker beloning voor hun aandeel in de productie. 

True Cost Accounting is volgens wetenschappers een eerste stap op weg naar duurzamere productieketens voor voedsel, veevoer en non-food, omdat aan de ongewenste (bij-)effecten in productieketens een prijskaartje hangt. Wageningen Economic Research heeft het afgelopen jaar bijna vijftig initiatieven nader bekeken. “Er zijn veel initiatieven op dit gebied in Nederland”, zegt onderzoeker Marieke Meeusen.  

“Waar zitten de problemen met betrekking tot duurzaamheid? Waar zit de maatschappelijke ellende? En wat kost dit, hoe is dit in geld uit te drukken?”, verwoordt Meeusen de uitdaging waar de wetenschap voor staat. “Marktpartijen willen dat graag duidelijk hebben. Zodra dit inzichtelijk is, kunnen ze er namelijk ook iets aan doen. Maar het begint bij het transparant maken van die nadelige effecten.”  

Bereidheid consumenten 

Er lopen tal van initiatieven rondom ‘faire prijzen’. Tientallen partijen, zoals onderwijs- en overheidsinstellingen en het bedrijfsleven, zijn verenigd in de publiek-private samenwerking (PPS) Echte en Eerlijke prijs voor duurzame producten. Zij kijken naar de prijsvorming in de hele voedselketen. In de publiek-private samenwerking True Price zijn een aantal rekenmethodes ontwikkeld, maar voor bijvoorbeeld ‘consumentengezondheid’ bestaan die nog niet. Ook zullen er de komende jaren ‘transitiekosten’ nodig zijn die een verandering bij consumenten in de hele voedselketen moeten bewerkstelligen.  

Wageningse onderzoekers hebben afgelopen jaar een experiment uitgevoerd. Ze bekeken of de informatievoorziening bij een product effect heeft op het consumentengedrag. Dat gebeurde bij een biologische supermarkt die al met true pricing werkt. Een opvallende conclusie: ‘Klanten zijn meer bereid echte-prijsproducten te kopen als zij er vertrouwen in hebben, als ze denken zich door de aankoop van echte-prijsproducten te kunnen onderscheiden, of als ze denken dat hun aankoop positieve impact heeft op de leefomgeving van mens en/of milieu.’