Minder antibiotica bij kalveren
In 2012 kregen kalveren jonger dan 56 dagen 10,9 dierdagdosering orale antibiotica toegediend terwijl op het bedrijf als geheel dat gebruik 2,9 dierdagdoseringen was. Dat blijkt uit cijfers van de Stichting Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa). Het verschil in antibioticumgebruik tussen melkvee en jonge kalveren is groot, zo begint vakblad Veeteelt het artikel 'Naar minder antibiotica bij jonge kalveren'. Op basis van die cijfers lijkt het dat er veel winst te behalen is.
Factoren
De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) zocht uit welke factoren aanleiding geven tot dit hoge gebruik. Ze hielden een telefonische enquête onder 200 melkveehouders en bezochten 30 bedrijven. Het bleek dat er een verband is tussen luchtwegklachten en een hoog antibioticagebruik. En kalveren die deels op roosters gehuisvest zijn, zijn gevoeliger voor ziekten en krijgen daarom meer antibiotica. Maar opvallend was dat er een groot verschil is in opstelling tussen de veehouders.
Laaggebruikers
Er zijn laaggebruikers die bewust terughoudend zijn met de toepassing van antibiotica, terwijl hooggebruikers bij een ziek kalf er voor kiezen het dier direct met antibiotica te behandelen. Laaggebruikers doen het anders. Ze proberen het kalf te helpen zelf te herstellen: extra goed verzorgen, warm hok met extra water of schoon stro.
Daling
Sinds 2012 is het antibioticumgebruik wel gedaald. Kregen dieren in 2012 gemiddeld nog 2,9 dierdagdoseringen, in 2013 was gedaald naar 2,8 en in 2014 naar 2,3. Bij kalveren is het gebruik nog verder gedaald: In 2012 ging het om 10,9 dierdagdoseringen, in 2013 om 4,8 dierdagdoseringen en in 2014 was het gebruik gedaald naar 3,8 dierdagdoseringen.
De GD komt wel met een paar aanbevelingen om het antibioticumgebruik bij kalveren verder terug te dringen. Begin met bestrijding van aanwezige luchtwegproblemen. Optimaliseer de hygiëne, de huisvesting en het klimaat. En wees je bewust van je gebruik. Hoe sta je met het antibioticumgebruik ten opzichte van het gemiddeld?
(Bron foto: Thinkstock)