Minder varkens en minder stallen voor vitale varkenshouderij
Voor een sterke toekomstgerichte varkenshouderijs is actie nodig, want het gaat niet goed in de varkenshouderij. Het imago van de sector leidt tot maatschappelijk debat vanwege opvattingen over dierenwelzijn, milieu en zorgen over volksgezondheid. Tegelijkertijd is de marktsituatie niet goed. De opbrengstprijzen voor varkensvlees en biggen zijn te laag. De concurrentie uit andere Europese landen is groot. Maar de varkenssector is wel een belangrijke pijler van de Nederlandse economie met ruim 26.000 arbeidsplaatsen, een jaarlijkse productiewaarde van meer dan 8 miljard euro en een exportwaarde van 5 miljard euro.
Perspectief
Wil de sector in de toekomst vitaal blijven, dan is actie nodig. Bedrijven met weinig perspectief zouden gesaneerd moeten worden. De sector moet meer marktgericht werken en moet ook werken aan kostenreductie. Het Actieplan Vitalisering Varkenshouderij laat zien hoe de sector zich kan ontwikkelen. Op donderdag 23 juni presenteerde de regiegroep 'Vitale Varkenshouderij' onder leiding van Uri Rosenthal dit plan dat is opgesteld op initiatief van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). In het plan zijn drie actielijnen uitgewerkt.
Actielijnen
De eerste actielijn is gericht op rendementsverbetering in de keten. Varkenshouders moeten met partners in de keten meer marktgericht samenwerken. Het ketenkwaliteitsysteem (KKS) ‘Holland Varken’ wordt de basis voor die rendementsverbetering.
Het meest in het oog springend is het plan voor bedrijfssanering in de tweede actielijn die gericht is op revitalisering en innovatie. Bedrijven met perspectief zouden zich moeten versterken, terwijl bedrijven met weinig perspectief gesaneerd moeten worden. Daarvoor wordt de Vitaliseringsmaatschappij Varkenshouderij opgericht. De verwachting is dat het aantal varkensbedrijven zal dalen van 5000 naar circa 2000 bedrijven, die op ongeveer 2500 tot 3000 locaties zullen produceren. Er wordt gestreefd naar minder varkens, minder stallen en minder bedrijfslocaties.
Kostenreductie en mestverwerking zijn de kern van de derde actielijn. De kosten voor mestafzet moeten worden teruggebracht. Het POV wil daarom 6 of 7 regiobedrijven opzetten die mestafzet van varkenshouders gaan kanaliseren.
Het Actieplan vraagt de nodige investering. De opstellers denken dat er komende jaren 200 miljoen euro geïnvesteerd wordt in de vitalisering via de Vitaliseringsmaatschappij Varkenshouderij.
Katalysator
Staatssecretaris Van Dam sluit zich aan bij dit actieplan. 'Er is maar één weg naar de toekomst voor de varkensketen,' zo schrijft hij in zijn kamerbrief van 23 juni, 'meer vraaggericht produceren met onderscheidende kwaliteit, meer dierenwelzijn en meer duurzaamheid.' Hij vindt het plan 'een krachtige katalysator voor het proces van de revitalisering en herstructurering, de noodzakelijke kwaliteitsverbetering en de verduurzaming en vernieuwing van de varkenshouderij.' Uit Europese middelen heeft hij € 4,98 miljoen ingezet voor het versterken van de marktoriëntatie en marktpositie van varkenshouders en het verbeteren van de samenwerking in de keten.
(Bron foto: Thinkstock)