Mineralen voor zomereiken en eikenbossen
In 2012 en 2013 kwamen uit verschillende delen van Nederland berichten over sterfte van oudere zomereiken in bossen en parken. De meeste meldingen kwamen uit het oosten en zuiden van het land. Op verzoek van het Bosschap heeft het ministerie van Economische Zaken Alterra via een Helpdeskvraag laten onderzoeken wat de ernst van de sterfte is, wat de mogelijke oorzaken zijn en wat de mogelijkheden zijn voor een beheerder om eikensterfte te voorkomen.
In het artikel ‘Eikensterfte: ernst, oorzaken en beheer’ uit Vakblad Natuur Bos Landschap wordt verslag gedaan van het onderzoek dat bestond uit een enquête onder vijftig beheerders en een klein veldonderzoek.
Onbekend
In 42 van de 50 gebieden bleek eikensterfte voor te komen. Het bleek echter praktisch onmogelijk om hierbij onderscheid te maken tussen recente sterfte en sterfte van meerdere jaren geleden. In de meeste gevallen bleken de beheerders niet te weten wat de oorzaak van de sterfte was. In een vijfde van de gevallen dachten ze dat het iets met (veranderingen in) de waterhuishouding te maken had. Sommigen dachten dat de kaalvraat door insecten in combinatie met droogte de eiken gevoelig had gemaakt voor secundaire aantasters als honingzwam en eikenprachtkever.
Bodemverzuring
Naar aanleiding van het onderzoek wilde Stichting het Limburgs Landschap middels een veldonderzoek achterhalen wat de oorzaak was voor het fenomeen eikensterfte. In dit onderzoek, gepubliceerd in het artikel ‘Bodemverzuring als aanjager van eikensterfte: gevolgen voor herstelmaatregelen’ eveneens in Vakblad NBL werd bekeken of bodemverzuring in eikenbossen aan de basis kan staan van een verminderde vitaliteit en sterfte van de zomereik. Er werd daarvoor gekeken naar de mechanismen van eikensterfte in natuurgebied Maasduinen (in het noorden van Limburg). De conclusie luidde dat de bodemkwaliteit een sturende rol speelt en dat het van groot belang is om de herstelstrategieën nog eens kritisch onder de loep te nemen.
Deelonderzoeken
Het veldonderzoek in natuurgebied Maasduinen vormt samen met een tweede deelonderzoek op de Vughtse heide (Noord-Brabant) de basis voor het artikel ‘Bodemverzuring en achteruitgang zomereik’, uit Landschap. In Maasduinen werden de relaties tussen de vitaliteit van de zomereik en de standplaatscondities onderzocht op het niveau van de boom. Op de Vughtse heide werd de relatie tussen de vitaliteit van de zomereik en standplaatscondities onderzocht op plotniveau.
Conclusie
Hoewel in het algemeen wordt aangenomen dat eikenbossen niet gevoelig zijn voor verzuring, heeft volgens de onderzoekers hun onderzoek aangetoond dat eikenbossen wel gevoelig zijn voor verzuring vanwege het optreden van mineralenonbalans in de bodem en de boom. Het is volgens hen dan ook raadzaam deze bostypen nader te onderzoeken en de gangbare herstelmaatregelen voor de verschillende habitattypen (verbeteren van lichtcondities en het afvoeren van nutriënten) indien nodig te herzien. Omdat het vrijkomen van kationen in de bodem door verwering van mineralen een traag proces is, zal -ondanks het terugdringen van de zure regen- het herstel van de basenverzadiging van verzuurde bosbodems volgens de onderzoekers dus zeer lang duren. Toedienen van (de juiste) mineralen aan verzuurde bosbodems is volgens hen waarschijnlijk een betere optie om de mineralenonbalans te herstellen en zo de vitaliteit van zomereiken en eikenbossen te verhogen.
(Bron foto: Wikipedia, JanB46)