Nationaal Park De Maasduinen en landbouwsector verbinden
Onderwerp
transitie, stikstof, verdienmodel, landbouw
Interessant voor
akkerbouwers, melkveehouders, terreinbeheerders, tuinders, beleidsmakers
Langs de Maas, vanaf Heijen tot aan Arcen in Noord-Limburg ligt de ruim 4.500 hectare van Nationaal Park De Maasduinen. Het park kent een rivierlandschap met aan de ene kant de Maas en op de oever rivierduinen. Sommige duinen zijn wel tot een meter of 20 hoog. Achter de rivierduinen ligt een vlak en groot uitgestrekt landbouwgebied dat doorloopt tot aan de andere kant de Duitse grens. Het is het enige park ik Nederland waar rivierduinen op zo’n grote schaal aanwezig zijn, en waar landbouwpercelen zo vervlochten zijn met de natuur. Dat maakt het gebied uniek en kwetsbaar. De gemeente Bergen heeft vijf jaar geleden besloten dat duurzaamheid een belangrijk thema is en dat wordt nu gerealiseerd in het landschap.
In de zomerreeks van 2024 spreekt Groen Kennisnet betrokkenen en vraagt ze naar hun kijk op de transitie naar een duurzaam landschap.
Eén van de mensen die je veel in het gebied ziet rondlopen is Andries Arts. Hij werkt sinds 1986 voor de gemeente Bergen, tot voor kort als hoofd buitendienst. Vanaf de zomer krijgt hij een nieuwe rol waarvoor hij nauw gaat samenwerken met de terreinbeheerder, Ido Borkent, van het gebied. “De Marke Stichting (erfpachter en beheerorganisatie van gemeente Bergen, red.) heeft er gronden bijgekregen, er komt een energiepark, bos moet aangeplant worden en er komt een nieuwe inrichting van de uiterwaarden waaronder de aanleg van maasheggen. Dus we zijn druk met de transitie naar een duurzaam landschap. Hier ga ik de komende jaren mee aan de slag”, aldus Arts.
Akker, ven, bos en stuifzand
Arts vindt het gebied erg bijzonder omdat het alles heeft. “Nou, kijk maar om je heen, hè. Als je hier de hoek omdraait, dan zie je daar een akker of een ven. Daar zie je weer een bos en daar zie je stuifzand. Hier heb je eigenlijk zoveel verschillende biotopen op hele korte afstand, dat is werkelijk uniek. Bijvoorbeeld in de begroeiing, het uitzicht en de diersoorten die erbij zitten.''
“Door de landbouwtransitie kunnen we de gebieden met elkaar verbinden, en daar hebben we wel de landbouwsector voor nodig.”
Samenwerken
Arts werkte vanuit zijn rol als hoofd buitendienst met veel partijen samen en dat gaat niet veranderen in zijn nieuwe rol. De samenwerking met het Limburgs Landschap, Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat, andere terreinorganisaties, vrijwilligers, provincie en andere overheden blijft belangrijk. Met al deze partijen wordt een beheer- en inrichtingsplan afgesproken. “We gaan bijvoorbeeld geen hoog-productie nastreven binnen nationale parken. De hoofddoelstelling is natuur. Het grootste areaal natuurgebied is in handen van drie grote terreineigenaren: Gemeente Bergen, Limburgs Landschap en Staatsbosbeheer. Onderlinge afstemming is daarbij van groot belang.”
Nationaal Park en landbouwsector verbinden
De partners binnen het Nationaal Park hebben het streven om de omliggende gebieden met elkaar te verbinden en te versterken om te komen tot een Regionaal Landschap De Maasduinen. De landbouwsector in de regio heeft hierin een belangrijke rol en dat is volgens Arts een uitdaging. Gemeente Bergen heeft ruim 1.200 hectare landbouwgrond in eigendom en speelt samen met De Marke Stichting en de landbouwsector een belangrijke rol in de toekomstgerichte landbouw. Gebieden kunnen met elkaar verbonden worden door de groenblauwe dooradering door middel van de aanplant van landschapselementen zoals singels en kleine bosjes, en/of aanleg van bloemrijke akkerranden. “Ik vind het geweldig om daar iets aan bij te dragen”, zegt Arts.
Het is ook een lastig proces geeft Arts aan, want niet iedere boer staat te springen om groenblauwe dooradering toe te passen. “We betrekken boeren in alle veranderingen en alles gaat in overleg.''
Hagedissen
Het gebied gaat hard achteruit en dat raakt Arts diep. ''Toen ik hier in 1986 rondliep sprongen de hagedissen in het rond en vlogen de insecten op en in mijn broek. Dat is heel sterk afgenomen. Daar word ik verdrietig van. Zo heel af en toe zie ik weer een reptiel op de platen die we hebben neergelegd. Maar de grond is verzuurd en het bodemleven is naar z’n grootje. Ondanks het vele herstelwerk wat we in de natuurterreinen uitvoeren, zien we de soorten afnemen. We zullen dus de oorzaak, minder stikstofuitstoot, moeten aanpakken. De realisatie van het Regionaal Landschap De Maasduinen zou een goede stap in de richting zijn. Het geeft mij wel vertrouwen dat het nog goed kan komen.”