Nieuws

Nationale Dag van de Genetische Diversiteit inspireert tot meer samenwerking

Hoe kunnen we met elkaar werken aan het behoud en duurzaam gebruik van genetische bronnen voor landbouw, veeteelt en bosbouw, en hiermee ook aan wereldwijde voedselzekerheid, duurzame productie, gezond en gevarieerd voedsel, en behoud van cultureel erfgoed en variatie in landschap?

Dit was de kernvraag tijdens de door CGN georganiseerde netwerkdag in Ouwehands Dierenpark op 11 november 2016. Bewustwording, het opdoen van nieuwe kennis, netwerken en genieten van een lunch met Slow Food en Zeldzaam Lekkere producten maakten het tot een succesvolle dag.

Maatschappelijke relevantie

Ruim 140 vertegenwoordigers van overheid, veredeling, fokkerij, maatschappelijke organisaties en onderwijs hadden hun inbreng. De dag werd geopend door het Ministerie van EZ en het CGN. Gesproken werd over de maatschappelijke relevantie van genetische bronnen en agrobiodiversiteit, en de rol en ambities van het CGN. CGN zorgt voor lange-termijnbehoud van genetische variatie in genenbanken en adviseert andere actoren over behoud en duurzaam gebruik. Arnold van Vliet, bekend van de Natuurkalender, deelde zijn ervaringen met communicatie over biodiversiteit, gericht op het brede publiek. “Het is belangrijk om meer over agrobiodiversiteit te laten zien”, aldus Van Vliet, “Grijp iedere concrete aanleiding aan om een nieuwsbericht of persbericht te maken”. Hij benadrukte daarbij het belang van planning, anders verwatert het.

In situ- en ex situ-behoud zijn complementair

Drie CGN’ers (Bert Visser, Sven de Vries en Kor Oldenbroek) bereikten in 2016 de pensioengerechtigde leeftijd. Zij benadrukten het belang van complementaire in situ en ex situ-strategieën. Boeren zijn cruciaal voor de instandhouding van genetische diversiteit in het veld, en genenbanken zijn bijzonder effectief om de diversiteit voor de lange termijn veilig te stellen. Voor zowel genenbankcollecties als populaties ‘in het veld’ is het belangrijk om meer inzicht te krijgen in de aanwezige genetische diversiteit en in de eigenschappen van het genetisch materiaal. Ontwikkelingen in de “genomica” bieden steeds meer mogelijkheden om collecties en populaties te karakteriseren.

De presentaties van Slow Food, Stichting Zeldzame Huisdierrassen en De Oerakker zoomden verder in op hun activiteiten om het in situ behoud van genetische bronnen te stimuleren en te ondersteunen. Ze benadrukten daarbij de waarde van diversiteit in ons voedselpakket, iets waarvan deelnemers konden genieten tijdens een gevarieerde lunch van ‘zeldzame producten’. Als laatste ging Mariann Börner van ENZA zaden in op de invloed van politieke en technische ontwikkelingen op de plantenveredeling en de rol van genenbanken daarbij. Zij benadrukte de veranderende maar - meer dan ooit - belangrijke rol van genenbanken in de toekomst, en illustreerde dat het Nagoya Protocol uitwisseling van genetisch
materiaal voor de plantenveredeling lastiger en administratief ingewikkeld maakt.

Mini workshops

In roulerende groepjes werd de mening van een ieder over een aantal thema’s gevraagd. Technologische ontwikkelingen kunnen worden benut om behoud en duurzaam gebruik van genetische diversiteit effectiever en efficiënter te maken. Tegelijkertijd zijn er ook risico’s verbonden aan het gebruik van bepaalde technologieën en kan het ook leiden tot (verdere) erosie van genetisch diversiteit.

Het beleid in Nederland werd deels als effectief, maar in sterkere mate als onvoldoende effectief ervaren. Met de huidige nadruk op ‘marktwerking’ worden biodiversiteits- en duurzaamheidsdoelen onvoldoende behartigd. Klimaatverandering zal leiden tot veranderingen in de natuurlijke diversiteit (verlies van landrassen en wilde soorten) en er zullen nieuwe ziekten en plagen optreden. Klimaatverandering maakt verdere genetische aanpassingen en een verschuiving in het rassenassortiment noodzakelijk.

Er is meer aandacht nodig voor communicatie, om de bekendheid en het belang van agrobiodiversiteit en kennis bij het brede publiek en richting specifieke doelgroepen te vergroten. Geconstateerd werd dat er al veel succesvolle samenwerking is. Doelgroepen/stakeholders kunnen echter nog meer samen optrekken, waarbij onnodige tegenstellingen moeten worden voorkómen. “Find your allies !”

Klik hier voor de inleidingen en de samenvatting van de mini workshops.

Contact

Rita Hoving, CGN, rita.hoving@wur.nl

(Bron foto: Monica Commandeur)